Plaatsing van de Ventilator
1. Voor een probleemloze werking moet het grondvlak van de ventilator vlak en waterpas zijn.
2. Voor aansluiting van de ventilator op de silo is een stalen overgangskanaal vereist. Neem contact op
met GSI of met uw dealer voor informatie over het juiste kanaal voor de ventilator en de silo.
3. Verwijder het verpakkingsmateriaal en controleer de ventilator op transportschade. Meld eventuele
beschadigingen onmiddellijk aan de expediteur.
4. Controleer of alle bevestigingsmiddelen op de ventilator goed vastzitten. (Bevestigingsmiddelen
kunnen losraken tijdens het transport.)
5. Draai losgeraakte bevestigingsmiddelen vast, controleer of de juiste speling aanwezig is en haal de
bevestigingsmiddelen nogmaals aan.
6. Controleer alle elektrische aansluitingen die tijdens het transport kunnen zijn losgeraakt.
7. Draai het schoepenwiel. Dit wiel moet soepel draaien en mag niet in aanraking komen met de
wanden van het huis of met de inlaatconus.
8. Plaats de ventilator op de juiste locatie op de onderlegger van de ventilator. Sluit de ventilator aan
op het overgangskanaal en dicht de aansluiting af met afdichtingskit.
9. Controleer alle verbindingen en naden rondom het onderste gedeelte van de silo. Inspecteer of deze
goed zijn afgedicht, zodat er geen lucht kan ontsnappen uit het plenum van de silo. Inspecteer ook
het overgangskanaal. Dicht eventuele lekken af, zodat wordt voorkomen dat er lucht kan ontsnappen
en het rendement van de ventilator afneemt.
10. Lijn de ventilator zowel van voor naar achter als van links naar rechts uit met een waterpas.
De steunpoten moet zodanig worden afgesteld dat elk van de vijf (5) poten contact maakt met de
onderlegger wanneer de ventilator waterpas staat. Als de ventilator niet correct op de steunpoten
rust, kunnen er overmatige trillingen optreden die mogelijk leiden tot vroegtijdige slijtage van de
ventilatorcomponenten.
11. Bevestig de ventilator niet vast op het grondvlak. Zet alleen het overgangskanaal vast.
Elektrische Installatie
Ventilatorver-
mogen (kW)
2,3
Spanning (V)
380
4,7
400
4,5
415
4,3
440
4,1
Vereiste stroom voor motor (A) (Controleer het motorkenplaatje voor exacte gegevens.)
OPMERKING:
Bovenstaande
PNEG-1900CE-NL CE-goedgekeurde laagtoerige centrifugaalventilator - Installatie en bediening
Benodigd Vermogen Driefaseninstallatie
3,8
5,7
7,5
7,7
11,6
15,2
7,4
11,0
14,5
7,1
10,6
14,0
6,7
10,0
13,2
tabel vermeldt niet de startstroom voor de motoren.
11,3
15
18,8
22,9
30,4
38,1
21,8
28,9
36,2
21,0
27,9
34,9
19,8
26,3
32,9
5. Installatie
22,5
30
45,6
60,8
43,4
57,8
41,8
55,7
39.4
52,5
23