Download Print deze pagina

Honeywell SV2 Series Installatie-Instructies pagina 3

Mengeenheden

Advertenties

BELANGRIJK (zie afbeelding 2)
• Om te voorkomen dat condens uit een backdraft in een
pulsleiding van de brandstof-luchtverhoudingsmodule
terechtkomt, mogen geen naar beneden gerichte druklipjes
op de V2MU-mengeenheid of op een ander apparaat
worden gebruikt.
• Een gedeeltelijke blokkering van de luchtinlaat van de V2MU-
mengeenheid kan van invloed zijn op het luchtdruksignaal
naar de klep.
-
Passende maatregelen moeten worden genomen om een
gedeeltelijke blokkering van de V2MU-mengeenheid bij de
luchtinlaat te voorkomen. Inspectie van de V2MU-luchtinlaat
maakt deel uit van het jaarlijkse onderhoud van het apparaat.
OPMERKING: Als het apparaat is uitgerust met een afgedichte
luchtkamer en de klep met brandstof-
luchtverhoudingsmodule (FARMOD) uit de
SV2-serie zich in de afgedichte kamer bevindt, is
het toegestaan om de luchtdrukpulsleiding niet
te gebruiken.
Luchtvoorfilter
Het luchtvoorfilter wordt meegeleverd bij elke premixklep en is
ook verkrijgbaar als vervangingsonderdeel voor vervanging in
het veld. Het luchtvoorfilter MOET in elk premixsysteem worden
geïnstalleerd, ongeacht of de warmtewisselaar wordt gebruikt.
Het filter moet tussen de V2MU-mengeenheid en
de brandstof-luchtverhoudingsmodule (FARMOD) van
de klep in de luchtpulsleiding worden gemonteerd.
OPMERKINGEN:
– Vanwege de verscheidenheid aan mogelijke
apparaatconfiguraties moeten de fittingen en buizen
afzonderlijk worden besteld.
– De klant moet voorzien in een geschikte filtermontagebeugel
voor de gekozen locatie.
BELANGRIJK
• Het filter moet zo dicht mogelijk bij de brandstof-
luchtverhoudingsmodule (FARMOD) van de klep
worden geïnstalleerd.
• Tijdens de jaarlijkse onderhoudsprocedures voor het
apparaat moet het filter worden vervangen.
INSTALLATIE-INSTRUCTIES MENGEENHEDEN VOOR KLEPPEN UIT DE SV2-SERIE
Afb. 3. Installatie voorfilter.
Buitenluchtinstallaties
WAARSCHUWING
Het rechtstreeks binnendringen van water (bijvoorbeeld
door nevel, regen of hogedrukreiniging) in de
pulsleidingen moet worden voorkomen of verhinderd.
BELANGRIJK
• Wanneer de klep wordt geïnstalleerd in een ruimte met een
temperatuur die continu lager is dan de inlaattemperatuur van
de verbrandingslucht, is er een risico op condensvorming in de
luchtpulsleiding, die afhankelijk van het apparaat gevolgen kan
hebben voor de beheersing van de brandstof-luchtverhouding
en de brandstof-luchtverhoudingsmodule (FARMOD) en het
systeem permanent kan beschadigen.
• In dit geval wordt sterk aanbevolen de kit HEATEXCHANGER-000
uit de Honeywell SV2-serie te installeren voor een complete
oplossing voor condensvorming/ontvochtiging om permanente
schade aan de brandstof-luchtverhoudingsmodule (FARMOD)
en het systeem te voorkomen.
• Bij gebruik van de Honeywell-kit HEATEXCHANGER-000
kunnen de klep + brandstof-luchtverhoudingsmodule
(FARMOD) boven of onder de mengeenheid + warmtewisselaar
worden geïnstalleerd, maar installatie boven de mengeenheid +
warmtewisselaar geniet de voorkeur.
• Als er kans op condensvorming is en het volledige systeem
voor ontvochtiging van Honeywell niet wordt gebruikt, kan
Honeywell geen richtlijnen geven met betrekking tot de stand
van de klep/brandstof-luchtverhoudingsmodule (FARMOD) ten
opzichte van de mengeenheid, omdat deze configuratie niet
door Honeywell is bedoeld of getest.
• Om condensvorming door backdraft te voorkomen, is het aan te
bevelen om de toepassing na elke branderwerking te reinigen.
• Als er nooit een risico op condensvorming is, met andere
woorden als de omgevings-/kamertemperatuur altijd boven
het dauwpunt van de verbrandingslucht ligt, dan is de
warmtewisselaarkit uit de SV2-serie niet noodzakelijk. In dit geval
kunnen de klep + brandstof-luchtverhoudingsmodule (FARMOD)
boven of onder de mengeenheid worden gemonteerd.
NL-3
32-00044D—05

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

V2mu 0 0 series