Inhoudsopgave
Advertenties
7 Configuratie
7.2.1
Naar het installateursmenu gaan
1 Druk gedurende 5 seconden op
Resultaat: De eerste parameter (rEGU) van het installateursmenu
verschijnt op het display.
Om het installateursmenu te verlaten, gebruik
parameter End te selecteren en druk op
7.2.2
Installateursparameters
Parameter
Beschrijving
#
Naam
20 rEGU
Sensortype
21 MOde
Bedrijfsmodus
21 Cld
Schakel het submenu
van de koelingsmodus
in (selecteer Cld en
druk op
om het
submenu te openen)
22 AirS
Raadpleeg de gemeten waarden van de interne
temperatuursensor (weergegeven in °C/°F)
23 AmbS
Raadpleeg de gemeten waarden van de externe
omgevingstemperatuursensor (weergegeven in
°C/°F)
24 RecS
Raadpleeg de gemeten waarden van de
vloertemperatuursensor (weergegeven in °C/°F)
25 FL.Lo
–
26 FL.Hi
–
27 reg
Type van regeling
28 UF1
Betontype (gebruik als
(b)
27=bp)
29 Bp1
–
30 Wir
–
31 min
Instelbare waarde van
(c)
de waarde
32 MAX
Instelbare waarde van
de
maximumtemperatuur
Installatiehandleiding
6
.
en
om
.
(a)
Mogelijke waarden
▪ AIR:
interne
temperatuursensor
van
de
kamerthermostaat
▪ amb:
EKRTETS
geplaatst als externe
temperatuursensor
▪ FLR:
EKRTETS
geplaatst
als
vloersensor
▪ FL.L: –
▪ Hot:
verwarmingsmodus
▪ Cld: koelingsmodus
▪ rEv:
omkeerbare
modus
▪ Aut:
automatische
modus
▪ yes (ingeschakeld)
▪ no (uitgeschakeld)
▪ bp:
proportionele
band
(PWM
2°C/10 min)
▪ hys:
hysteresis
(0,5°C)
▪ uf1: vloeibaar beton
met
geringe
dikte
(<6 cm)
▪ uf2: normaal beton
met dikte >6 cm
▪ 5°C
▪ Gebied: 5°C~15°C
▪ 37°C
▪ Gebied: 20°C~37°C
(c)
Parameter
Beschrijving
#
Naam
33 Win
Openraamdetectiefuncti
e
34 rH
Vochtigheidsdrempelwa
arde
35 dEv
Dauwpreventiefunctie
36 Clr EEp
Wist het geheugen van de kamerthermostaat en
zet alle parameters terug op hun
standaardwaarden. Houd
ingedrukt om de kamerthermostaat terug te
zetten op zijn fabrieksinstellingen.
37 End
Het installateursmenu verlaten. Druk op
dit menu te verlaten.
(a)
De standaardwaarden worden in vet vermeld.
(b)
Alleen als EKRTETS als vloertemperatuursensor is geplaatst.
(c)
Geldt zowel voor verwarming als voor koeling.
7.3
De radiocommunicatie tussen
ontvanger–thermostaat
configureren
Om communicatie tussen de kamerthermostaat en de ontvanger
mogelijk te maken, moet u de radioverbinding configureren.
1 Druk gedurende 10 seconden op de drukknop om de ontvanger
in radio-configuratiemodus te zetten.
Resultaat: Het LED-lampje RF knippert traag in het oranje.
2 Op de kamerthermostaat, druk gedurende 5 seconden op
Resultaat: Op het display van de kamerthermostaat verschijnt
de parameter rF INI. De thermostaat stuurt nu radiosignalen
naar de ontvanger. Op het display van de kamerthermostaat
knippert nu
.
3 Wacht een paar seconden tot zowel de ontvanger als de
thermostaat de radioconfiguratiemodus verlaten.
Resultaat: Op het display van de kamerthermostaat verschijnt
nu het hoofdscherm en het LED-lampje RF op de ontvanger
gaat UIT om aan te geven dat de verbinding ingesteld is.
4 Controleer of de ontvanger de radiosignalen correct ontvangt.
Overzicht van het LED-lampje op de ontvanger
a
b
c d
a
Drukknop
b
LED van drukknop
c
Contact-LED
d
RF-LED
LED van
Contact-LED
drukknop
–
Rood
–
Blauw
(a)
Mogelijke waarden
▪ yes (ingeschakeld)
▪ no (uitgeschakeld)
▪ 55%
▪ Gebied: 0%~100%
(b)
▪ yes (ingeschakeld)
▪ no (uitgeschakeld)
een paar seconden
om
.
RF-LED
Betekenis
–
Vraag naar
verwarming
(thermostaatmo
dus)
–
Vraag naar
koeling
(thermostaatmo
dus)
EKRTRB+EKRTETS
Kamerthermostaat
4P677092-1B – 2022.04
Advertenties
Inhoudsopgave
