DEFECTEN VERHELPEN
Koppel het apparaat vóór onderhoud of controle altijd eerst los van de stroomvoeding.
Controleer voordat u contact opneemt met een servicecentrum de volgende symptomen van
defecten om onnodige misverstanden te vermijden.
Defect
De hogedrukreiniger
start niet
Drukschommelingen De pomp zuigt lucht aan.
De hogedrukreiniger
schakelt zichzelf uit.
De hogedrukreiniger
pulseert.
De hogedrukreiniger
schakelt zichzelf
regelmatig uit en in.
De hogedrukreiniger
start wel, maar er
komt geen water uit.
Oorzaak
Het apparaat is niet aangesloten
op de netvoeding.
Defect stopcontact.
Doorgebrande zekering.
Defect verlengsnoer.
Vervuilde, versleten of vastzittende
kleppen.
Versleten pompafdichting.
Onjuiste netspanning.
Oververhitte wikkeling.
Thermische zekering doorgebrand
Gedeeltelijk verstopte sproeier.
Lucht in de slang.
Onvoldoende watertoevoer.
Gedeeltelijk verstopte sproeier.
Verstopt waterfilter.
Kapotte slang.
Lekkage in pomp/spuitpistool.
Bevroren pomp, slang of
accessoires.
Er wordt geen water naar de
hogedrukreiniger gevoerd.
Verstopt waterfilter.
Verstopte sproeier.
Oplossing
Sluit het apparaat aan op de
netvoeding.
Probeer een ander stopcontact.
Vervang de zekering. Schakel
andere apparaten uit.
Probeer het apparaat uit zonder
verlengsnoer.
Controleer de slangen en
koppelingen op lekken.
Neem contact op met een
servicecentrum.
Neem contact op met een
servicecentrum.
Schakel andere apparaten uit.
Controleer of de netspanning
overeenkomt met de specificatie op
het typeplaatje.
Laat de motor 5 minuten afkoelen.
Maak de sproeier schoon.
Laat het apparaat lopen met het
spuitpistool open totdat er weer
permanente werkdruk is.
Controleer of de watertoevoer
overeenkomt met de vereiste
specificatie.
Opmerking: Gebruik geen lange of
dunne slangen (min. diameter 1/2").
Maak de sproeier schoon.
Maak het filter schoon.
Leg de slang recht.
Neem contact op met een
servicecentrum.
Wacht tot de pomp, slang of
accessoires ontdooid zijn.
Sluit de watertoevoer aan.
Maak het filter schoon.
Maak de sproeier schoon.
18