a.
Onderhoud
b.
Kalibratie/reiniging
c.
Reinigingspagina
3.
Selecteer
Er verschijnt een bericht Reinigen... op het bedieningspaneel van de printer. Het volledige reinigingsproces
duurt enkele minuten. Schakel de printer pas uit nadat het reinigen is voltooid. Gooi de afgedrukte pagina
weg als het reinigingsproces is voltooid.
De printcartridge of cartridges controleren
Volg deze stappen om elke tonercartridge te inspecteren:
1.
Verwijder de tonercartridge uit de printer en controleer of de afdichttape is verwijderd.
2.
Controleer of de geheugenchip is beschadigd.
3.
Onderzoek het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum.
VOORZICHTIG:
problemen geven met de afdrukkwaliteit.
4.
Vervang de tonercartridge als zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de
afbeeldingsdrum bevinden.
5.
Plaats de tonercartridge terug en druk enkele pagina's af om te zien of het probleem is opgelost.
130 Hoofdstuk 6 Problemen oplossen
Afdrukken
om de pagina af te drukken.
Raak de afbeeldingsdrum niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen
NLWW