Gebruiksaanwijzing
3. Installatie
3.1.
Installatie-instructies
Alle installatiewerkzaamheden dienen verricht te worden met inachtneming van de hiervoor geldende
voorschriften (eventueel kan de GUV 18.13 worden toegepast).
3.2.
De plaatsingsruimte
De opstellingsruimte moet goed zijn be- en ontlucht. De ruimtetemperatuur mag niet hoger worden dan 30 °C
en niet lager dan 8 °C.
Opmerking:
Er moet een bodemafvoer zijn die groot genoeg is! Waterschade die veroorzaakt wordt doordat de
bodemafvoer ontbreekt, valt niet onder de garantieplicht!
3.3.
Elektrische aansluiting en elektrotechnische installatie
De elektrische installatie en de eerste inbedrijfstelling mag uitsluitend worden uitgevoerd door ter plaatse
geconcessioneerde elektricienbedrijven met inachtneming van de geldende nationale voorschriften (bijv. VDE
– ÖVE) en voorschriften van de overheid.
Voorzichtig:
Het is absoluut noodzakelijk, een FI-schakelaar (een veiligheidsschakelaar tegen foutstroom 30 mA) en
passende voorzekeringen in het systeem in te bouwen. Bij de elektrische aansluiting moet er een
scheidingsinrichting in de vast gelegde elektrische installatie worden ingebouwd, die de mogelijkheid
biedt, de elektrische aansluiting op alle polen van het net af te koppelen.
Voorzichtig:
Als de gebruiksaanwijzing van het systeem een automatische herstart van de besturing of bewegende
onderdelen zoals de filterpomp uitsluit, moet de klant een onderspanninguitschakeling met extra
waarschuwingslogica installeren.
Voordat de filterbesturing wordt geopend, moet eerst de stroomtoevoer worden onderbroken en tegen
opnieuw inschakelen worden beveiligd.
De voedingsspanning (netaansluiting) en de elektrische aansluiting van alle op de combitrol FLEX aan te
sluiten apparaten (pompen enz) volgt rekening houdend met de bijbehorende montagehandleiding van de
afzonderlijke componenten conform het aansluitschema.
Bij de dinotec combitrol FLEX is de aansluiting voor een debietcontrole uit veiligheidsoverwegingen als 24 V
veiligheidslaagspanning uitgevoerd. Gebruik alleen een originele dinotec debietcontrole.
Opmerking:
De aansluitkabels (laagspanning) voor temperatuursensor, debietcontrole en niveausensor dienen op
voldoende afstand van min. 20 cm van stroomkabels te worden gelegd, want anders kunnen er
storingen optreden.
Pagina 11
www.dinotec.de
Installatie