nl Reiniging en onderhoud
18 Reiniging en onder-
R e i n i g i n g e n o n d e r h o u d
houd
Reinig en onderhoud uw apparaat
R e i n i g i n g e n o n d e r h o u d
zorgvuldig om er voor te zorgen dat
het lang goed blijft werken.
18.1 Tips voor onderhoud
van het toestel
Houd om de werking van uw appa-
raat langdurig te garanderen de tips
voor het onderhoud van het apparaat
aan.
De behuizing en
het bedienings-
paneel uitsluitend
met water en een
vochtige doek af-
nemen.
Verwijder direct
alle wasmiddel-
resten, sproeine-
velresten of ach-
tergebleven res-
tanten.
De deur van het
apparaat en de
wasmiddellade
na gebruik open
laten.
52
De apparaatde-
len blijven
schoon en hygië-
nisch.
Recente afzettin-
gen kunnen mak-
kelijker en zon-
der resten wor-
den verwijderd.
Restwater kan
dan verdampen,
hetgeen de geur-
vorming in het
apparaat vermin-
dert.
18.2 Trommel reinigen
Wanneer u vaak met een wastempe-
ratuur van 40°C en lager wast of het
apparaat langere tijd niet heeft ge-
bruikt, reinig dan de trommel.
VOORZICHTIG
Kans op letsel!
Het permanent wassen op lage tem-
peraturen en een ontbrekende be-
luchting van het apparaat kunnen de
trommel beschadigen en kunnen let-
sels veroorzaken.
▶
Regelmatig een programma voor
de reiniging van de trommel uit-
voeren of met temperaturen van
minstens 60°C wassen.
▶
Het apparaat na elk gebruik bij
een geopende deur en wasmiddel-
lade laten drogen.
Draai het programma Nettoyage
▶
tambour/Nettoyage tambour zon-
der wasgoed.
Gebruik een poederwasmiddel.
18.3 Schoonmaken van de
wasmiddellade
Wanneer u van wasmiddel wisselt of
de wasmiddellade vuil is, reinig dan
de wasmiddellade en de pompeen-
heid van het intelligente doseersys-
teem.
Opmerking: Neem de informatie over
het onderwerp veiligheid → Pagina 4
en materiële schade vermijden
→ Pagina 11 in acht om uw apparaat
veilig te kunnen gebruiken.
Het apparaat uitschakelen.
1.
De wasmiddellade uittrekken.
2.