Volume begeleiding
Met de Accom knop (afb.1, nr. 9) kun je de begeleiding harder of zachter zetten. Bij het gelijktijdig
indrukken van de "Accom Vol + en Vol –" gaat het volume naar de fabrieksinstelling.
Demonstratie Liedjes
Er is keuze uit 8 verschillende liedjes, van "D- 1" tot "D-8".
-
Druk op de "Demo One" knop (afb. 1, nr. 11). De ingestelde demo song speelt nu. Voor het
volgende liedje druk je de knop nogmaals in.
-
Druk op de "Demo All" knop (afb.1, nr.12) om alle demo nummers na elkaar af te spelen.
Voor het volgende liedje druk je de knop nogmaals in. Om het afspelen te stoppen: druk op
"Start/Stop" (afb. 1, nr. 3)
Selectie klankkleur (Timbre)
Er is keuze uit 100 klankkleuren (timbres), genummerd van 00 tot 99. De functie gestart worden door
de Timbre knop in te drukken. (afb. 1, nr. 16). Het gewenste Timbre kan met de nummertoetsen
ingegeven worden (2 cijfers, dus nr. 1 is 01 enz) of met de + en – knoppen links en rechts van de 0.
Effecten:
Vibrato
Druk de "Vibrato" knop in (afb. 1, nr. 7). Bij het aanslaan van de toetsen van het keyboard klinkt nu
een vibrato effect. Druk de knop nogmaals in om het effect te stoppen.
Sustain
Druk de "Sustain" knop in (afb. 1, nr. 6)". Bij het aanslaan van de toetsen van het keyboard klinkt nu
het 'sustain' effect. Druk de knop nogmaals in om het effect te stoppen.
Keyboard Percussie
Op het paneel zijn 8 percussie knoppen, aangegeven met verschillende pictogrammen (afb. 1, nr. 24).
De pictogrammen boven de toetsen geven de verschillende percussie effecten weer.
Auto – Rythm
Er is keuze uit 100 ritmes (rhythms), genummerd van 00 tot 99. Druk op de "Rhythm" knop (afb. 1,
nr. 17). Er komt "r 00" te staan in de LCD display. Het gewenste ritme kan met de nummertoetsen
ingegeven worden of met de + en – knoppen links en rechts van de 0.
Ritme starten:
1. Druk op de "Start/Stop" (afb. 1, nr. 3) om het begeleidende ritme te starten.
2. Druk op de "Sync"knop (afb.1, nr.4) om het begeleidingsritme starten met het aanslaan van 1
van de 19 toetsen aan de linkerzijde van het toetsenbord.
3. Fill In: met de "Fill in" knop (afb.1, nr. 5) kan een intermezzo gespeeld worden. Door de "Fill
in" knop langer in te drukken kan het intermezzo worden herhaald. Als de "Ritme" knop niet
gebruikt wordt, kan met de "Fill in" knop een intermezzo gestart worden, gevolgd door een
ritme.
4. Stop: met de "Start/Stop" knop kan het begeleidende ritme weer gestopt worden.
5. Tempo aanpassen: de standaard instelling voor de metronoom is 120 beats/ minuut. Met de
"Tempo + en Tempo-" knoppen (afb. 1, nr. 10) kan het ritme sneller of langzamer ingesteld
worden, van 040 tot 240, in stapjes van 4. Bij het gelijktijdig indrukken van beide knoppen
gaat het tempo terug naar de standaardinstelling.