Bediening en functies
Opstarten van het apparaat:
Bij inschakeling van het lasapparaat voert het een
zelftest uit. Hierbij gaan alle leds even aan. Op de
displays staat 333 en daarna 888. Tijdens het opstarten
gaat de ventilator even aan en dan weer uit. Verder
draait de ventilator alleen nog als er daadwerkelijk gelast
wordt.
Het apparaat is klaar voor gebruik als op het
voorpaneel
de
voedingsindicator
brandt, de middelste A-led in de grafiek van het
lasverloop brandt, evenals een van leds (naast de
toets 'Mode') voor de lasprocessen.
basissituatie: afhankelijk van het gekozen lasproces
kunnen nog meer leds branden.
Indicatoren, toetsen en knoppen op voorpaneel
Voedingsindicator:
Deze led knippert terwijl het lasapparaat opstart en
brandt continu als het apparaat klaar voor gebruik is.
Als de beveiliging tegen een te hoge ingangsspanning
aanspreekt, gaat de voedingsindicator knipperen en er
verschijnt een foutcode op de display.
start automatisch weer zodra de ingangsspanning weer
in een acceptabel gebied komt. Meer details vindt u in
het hoofdstuk 'Foutcodes en problemen oplossen'.
Nederlandse
Led afstandsbediening:
Deze led gaat branden als een afstandsbediening op het
apparaat is aangesloten via de daarvoor bestemde
connector.
Als een afstandsbediening op het apparaat is aan-
gesloten,
lasproces STICK (beklede elektrode) of TIG:
(rechtsboven)
STICK:
lasspanning van het apparaat ingeschakeld.
Dit is de
Amptrol-handbediening of pedaal is toegestaan
(trekkerschakelaar wordt genegeerd).
Door de afstandsbediening aan te sluiten wordt de
stroomknop op het paneel van het lasapparaat
onwerkzaam. De lasstroom is via de afstandsbediening
instelbaar over het volle bereik.
TIG-lassen: zowel bij bediening via het paneel als
via
uitgeschakeld. Inschakelen kan alleen d.m.v. de
toortsschakelaar.
De maximale lasstroom die kan worden ingesteld op de
lasmachine vanaf de afstandsbediening wordt bepaald
door de lasstroom die eerder is ingesteld door de
gebruiker op de user interface van de lasmachine zelf.
M.a.w. indien de maximale lasstroom op de lasmachine
is ingesteld op 100A door middel van de bedieningsknop
op de user interface van de lasmachine, dan kan met de
afstandsbediening de lasstroom worden geregeld vanaf
Het apparaat
de minimale lasstroom tot maximaal 100A.
De maximale lasstroom die is ingesteld op de
lasmachine wordt gedurende 3 seconden getoond aan
de lasser op het display. Na het verstrijken van de 3
seconden toont het display de ingestelde waarde zoals
die door de lasser met de afstandsbediening is
ingesteld.
Pedaal -afstandsbediening: Voor correct gebruik moet
de "optie 30" worden ingeschakeld in het instelmenu:
2-traps volgorde wordt automatisch geselecteerd
De opgaande en neergaande flanken en de herstart
zijn uitgeschakeld.
spot, bi-level en 4T-functies zijn niet aankiesbaar.
(Wordt de afstandsbediening afgekoppeld, dan worden
weer de normale mogelijkheden actief.)
Led thermische beveiliging:
Deze gaat branden wanneer het apparaat oververhit is
en de uitgang uitgeschakeld is. Dit treedt voornamelijk
op wanneer inschakelduur van het apparaat over-
schreden wordt. Laat het apparaat ingeschakeld staan
zodat de interne componenten af kunnen koelen.
Wanneer het lampje uitgaat is normaal gebruik weer
mogelijk.
9
werkt de stroomknop verschillend voor
bij aangesloten afstandsbediening is de
de
afstandsbediening
Een
is
de
lasspanning
Nederlandse