5.2.2 AFSTELLEN EN INREGELEN VAN DE VENTIELEN
Het afstellen en inregelen van de ventielen doet u als volgt:
1. Bereken het totaal benodigd debiet en bepaal het debiet per ventiel;
2. Zorg dat alle ventielen zich in de meest geopende toestand bevinden;
3. Stel de berekende waarden in bij laagstand en hoogstand;
4. Ga naar het installateursmenu om "actief inregelen" te starten en druk op start (3);
5. Meet de totaalsom van de ventielen. Stel het debiet bij in het menu (4) totdat de
gewenste totaalsom bereikt is;
6. Stel de ventielen af. Begin bij het ventiel die de meeste weerstand heeft (en dus
het minst versteld hoeft te worden.
7. Zijn alle ventielen goed ingesteld, druk dan op "klaar".
5.2.3 WARMTEPOMPDEBIET
Het warmtepompdebiet moet worden ingesteld om de werking van de Modul-AIR
goed af te stemmen op de woning. Dit debiet hangt af van het te verwarmen
oppervlakte. Stel het warmtepompdebiet in volgens onderstaande tabel:
NUTTIGE VLOEROPPERVLAKTE
VAN DE WONING [M
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
BIJBEHOREND
]
WP-VOLUME [M
2
120
120
120
120
120
130
140
155
165
180
195
205
220
230
245
/UUR]
3
47