3
Als u op het Key Pad tikt, begint de uitvoering van het toegewezen patroon.
De Tempo aanwijzer knippert éénmaal op elke maatslag.
Het patroonnummer van het op dat moment spelende patroon verschijnt in het beeld-
scherm.
Wanneer u op een ander Key Pad tikt, terwijl het patroon nog steeds wordt afgespeeld,
stopt de uitvoering van het huidige patroon, en de uitvoering van het patroon dat aan het
aangetikte Pad is toegewezen begint.
Next pattern to be performed
Het volgende uit te voeren patroon
Pattern being played
Het patroon dat gespeeld wordt
4
Als [STOP/CONT] wordt ingedrukt, stopt het afspelen van de uitvoering.
Wanneer het Key Pad nogmaals wordt ingedrukt, begint het afspelen van het patroon
opnieuw.
Druk op [START] om de uitvoering van het meest recentelijk geselecteerde patroon te laten
beginnen.
5
Om de DPP functie uit te zetten, drukt u op [DRUM A/B] of [BASS].
◆ Voor instructies met betrekking tot het toewijzen van de patronen aan de Key Pads,
zie "Patronen aan de Key Pads toewijzen" (p. 75).
Snelle start
29