L
N
L
N
P
Master
S
DA+ DA–
DALI 2
DALI 1
•
Per lichtgroep één Master met individuele
lichtsterktemeting
•
Potentiometer en DIP-switch bij elke Master individueel
instellen
•
Maximaal 10 melders parallel schakelen
•
De fasedraad met dezelfde fase voor alle melders
gebruiken
8. Instellingen
De aanwezigheidsmelders worden met een basisinstelling
gebruiksklaar geleverd. De vooraf ingestelde gegevens zijn
richtwaarden. Ter ondersteuning van de inbedrijfstelling is
optioneel de managementafstandsbediening 'SendoPro
868-A' of de installatieafstandsbediening 'theSenda P' ver-
krijgbaar. Daarmee is instelling op afstand mogelijk. Met de
'SendoPro 868-A' kunnen parameters worden opgevraagd,
aangepast en geoptimaliseerd. Met de 'theSenda P' kunnen
de parameters alleen worden aangepast. De afstandsbedie-
ningen dienen dan als instelhulpmiddel. Met de afstands-
bediening kan een aantal te wijzigen parameters worden
aangepast (zie hoofdstuk 'Parameters via afstandsbediening').
Instellingen kanaal A Licht
Potentiometer gewenste lichtsterkte 'Lux'
•
Bedrijfsmodus constante lichtregeling (reg.on)
Met de potentiometer Lux kan de gewenste lichtsterkte
ingesteld worden. Het instelbereik ligt ongeveer tussen 15 en
3000 lux. De voorinstelling af fabriek is 300 lux.
300
500
150
50
1000
min
max
Met de managementafstandsbediening kunnen gewenste
lichtsterktes van 5 t/m 3000 lux worden ingesteld.
Volgens de norm EN 12464 worden de volgende instellingen
aanbevolen:
•
Doorgangszones (geen werkruimte)
•
Klaslokalen
•
Werkruimtes (kantoor, vergaderruimte)
•
Werkzaamheden die veel licht vereisen (laboratorium,
tekenen, ...)
De lux-schaal geldt voor ruimtes met gemiddelde interieurin-
richting. Afhankelijk van montageplaats, lichtinval, meubilair
en reflexie-eigenschappen van de ruimte wordt aanbevolen
de ruimtecorrectiefactor met de managementafstandsbedie-
ning aan te passen.
L
N
P
Master
S
DA+ DA–
150 lux
300 lux
500 lux
750 lux
•
Bedrijfsmodus Schakelen (reg.off)
Met de potentiometer Lux kan de gewenste inschakeldim-
waarde ingesteld worden. Het instelbereik ligt tussen 1 en
100%. De voorinstelling is af fabriek 50%. Op de potentiome-
ter komt de schaal met de volgende waarden overeen:
•
min =
1%
•
50
= 10%
•
150 = 30%
•
300 = 50%
•
500 = 70%
•
1000 = 90%
•
max = 100%
Met de managementafstandsbediening kan de inschakeldim-
waarde fijn onderverdeeld van 1 tot 100% worden ingesteld.
Potentiometer nalooptijd licht
Met de potentiometer nalooptijd licht kan de gewenste
nalooptijd ingesteld worden. Het instelbereik ligt tussen 1 s
en 60 min. De voorinstelling af fabriek is 10 min.
De volgende richtwaarden hebben zich in de praktijk bewezen
en worden als instelling aanbevolen:
•
Doorgangszones (geen werkruimte
•
Klaslokalen
•
Werkruimtes (kantoor, vergaderruimte)
•
Bij instellingen tussen 2 en 30 min. varieert de nalooptijd
zelflerend in dit bereik.
Instelwaarden ≤ 2 min of ≥ 30 min blijven ongewijzigd.
Alleen bij instelling 'eco' actief.
10 15
5
1
30
10s
60
Potentiometer stand-by tijd
Bij geactiveerde stand-by tijd wordt de verlichting na afloop
van de nalooptijd niet uitgeschakeld, maar blijft deze als
oriëntatielicht gedimd.
5 10 30
1
60
0
on
min
Het instelbereik ligt tussen 0 en 60 min. Op stand 0 is het
oriëntatielicht uitgeschakeld; op stand 'on' is het permanent
aan. De voorinstelling is af fabriek op 0 min. ingesteld.
Potentiometer stand-by lichtsterkte
Met de potentiometer kan de gewenste basislichtsterkte in
stand-by modus worden ingesteld. Het instelbereik ligt tussen
1 en 25% van het lampvermogen. De voorinstelling is af
fabriek 10%.
10
15
5
3
20
1
25
%
Met de managementafstandsbediening kunnen de stand-by
instellingen fijn onderverdeeld ingesteld worden.
ca. 28
ca. 10 min
ca. 10 min
5