3.2 Instructies van de leds
De kleuren van de leds zijn verschillend, afhan-
1
kelijk van welke aandrijving wordt besteld:
a) standaard,
b) met besteltoevoeging C73.
Led
(DICHT); knippert= de aandrijving loopt
2
in DICHT-richting;
brandt permanent = de aandrijving is in
DICHT-eindpositie.
Led
(LOK);
3
brandt = aansturing LOK is geselecteerd.
4
Led
(AFSTAND);
brandt = aansturing AFSTAND is geselecteerd.
5
Led
(OPEN);
knippert= de aandrijving loopt in OPEN-richting;
brandt permanent = de aandrijving is in
OPEN-eindpositie.
3.3 Statusweergave
Statusbericht van de aandrijving.
1
2
Positie-indicator:
Positie van de aandrijving in positie OPEN.
In de eindpositie wordt in plaats van het getal
het bijbehorende eindpositiesymbool weerge-
geven.
Symbool voor eindpositie OPEN
3
tie DICHT
.
4
Symbool met gekleurde achtergrond geeft het
geselecteerde aansturingstype weer:
, AFSTAND
of UIT
LOK
5
Vlag van de geselecteerde taal.
6
Startmenu.
3.4 Display – Positiebalk
De positiebalk geeft informatie over het uitscha-
keltype in de eindposities en informeert bij het ver-
plaatsen over de actuele status van de actuator.
1
Uitschakeltype in de eindposities:
1a = oranje gesloten cirkel betekent 'koppelge-
stuurde uitschakeling'.
1b = groene open cirkel betekent 'trajectafhan-
kelijke uitschakeling'.
Weergave van het eindpositiebereik:
2
2a = eindpositiebereik van de eindpositie
DICHT.
2b = eindpositiebereik van de eindpositie
OPEN.
Uit de lengte van de weergave is de groot-
te
van het eindpositiebereik op te maken.
6
Afb.: Leds
1a = Standaard
1b = met besteltoevoeging C73
, eindposi-
.
Afb.: Statusweergave
Afb. 1: Eindpositiesymbolen en voort-
gangsbalken
Weergave bij het bewegen:
3
3a = het cijfer geeft aan, hoe ver de aandrijving zich in de positie OPEN bevindt.
Op de positiebalk is de voortgang bij het bewegen (openen en sluiten van de armatuur) te
zien.
3b = het symbool van de eindpositie die wordt benaderd, knippert.
Als er bij het bewegen een blokkade is, wordt er een overeenkomstig statusbericht weergege-
4
ven en wordt het resterende steltraject rood gearceerd weergegeven.
5
Als er een NOOD-positie of gewenste waarde
benaderd wordt, wordt de doelpositie aangegeven
met een symbool (verticale streep op de positiebalk).
6
Als de aandrijving zich in een eindpositie bevindt,
krijgt het bijbehorende eindpositiesymbool een
blauwe achtergrond; hier eindpositie OPEN
(afb. 2, pos. 6):
3.5 Navigeren door de menu's
Bediening van de Drive Controller
= Drive Controller (draai-/drukknop) draaien:
Selectie (van het gekozen menu-item
met oranje achtergrond).
= Drive Controller indrukken:
Selectie bevestigen.
Navigeren
a
= 'hoofdmenu' selecteren
en bevestigen
.
Op het display is nu het
'hoofdmenu' te zien.
b
= 'parameters' selecteren
en bevestigen
.
Op het display is nu het
menu 'parameters' te zien.
c
= 'armatuur' selecteren
en
bevestigen
.
Op het display is nu het
menu 'armatuur' te zien.
d
= 'terug',
of
selecteren
en bevestigen
:
–
= het display verandert in statusweergave.
–
= het display schakelt een niveau terug, naar het menu 'parameters'.
Afb. 2: weergave aandrijving in eind-
positie OPEN