Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Verplaatsen Van De Trappentoren; Verankeringen; De Demontage Van De Trappentoren; Het Onderhoud Van De Trappentoren - Custers HANDY Opbouw- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8

HET VERPLAATSEN VAN DE TRAPPENTOREN

De toren mag alleen in de langsrichting met de hand vanaf de grond verplaatst worden.
Tijdens het verplaatsen mag de normale loopsnelheid niet worden overschreden en
mogen er zich geen personen en/of materialen op de toren bevinden. Let tijdens het
verplaatsen op voor hindernissen zowel op als boven de grond.
Bij windkrachten groter dan 4 Beaufort mag de toren niet meer verplaatst worden (stof,
zand en papier waait op, kleine takken worden afgerukt; de windsnelheid is 4 - 6 m/s =
± 18 km/uur).
Wees voorzichtig wanneer de toren op ongeschikte oppervlakken (hellende vlakken,
onvoldoende draagvermogen, gaten ed.) wordt verplaatst; zorg ervoor dat de wielen op
de juiste momenten geremd zijn of vrij staan. Bij het verplaatsen mogen de steunpunten
van de poten/bogen slechts enkele centimeters vrij van de ondergrond zijn. Na het
verplaatsen dienen de steunpunten weer op de grond gebracht te worden zodanig dat ze
net dragen.
9

VERANKERINGEN

Verankeringen dienen gebruikt te worden wanneer de toren instabiel wordt door bijv. te
grote windkracht. De verankeringen moeten stevig zijn en aan beide staanders van het
raam met haakse of draaibare koppelingen worden bevestigd. Veranker op deugdelijke
en geschikte plaatsen aan een constructie of gebouw. Op tenminste i edere
4 meter hoogte moeten 2 verankeringen worden aangebracht (dus 1 per raam).

10 DE DEMONTAGE VAN DE TRAPPENTOREN

Demonteren van de trappentoren vindt in omgekeerde volgorde plaats. Begin bovenaan
met het verwijderen van de kantplanken en kantplankhouders.
Het omlaagbrengen van onderdelen dient te geschieden door de onderdelen over de trap
naar beneden te brengen.
Breek de trappentoren van boven naar beneden af. Gooi niet met onderdelen!

11 HET ONDERHOUD VAN DE TRAPPENTOREN

Alle onderdelen, vooral de bewegende delen en de lassen, moeten regelmatig, doch
minimaal eenmaal per jaar, op slijtage en beschadigingen gecontroleerd worden.
Vermiste en kapotte onderdelen moeten worden vervangen.
Aluminium onderdelen mogen niet meer gebruikt worden in de volgende gevallen:
- als ronde buizen één of meer doffe deuken met een diepte van meer dan 3,0 mm hebben
- als ronde buizen één of meer deuken direct naast een lasverbinding hebben, ongeacht
deukdiepte en vorm van de deuk
- als vierkante/rechthoekige kokers één of meer doffe deuken met een diepte van meer
dan 2,0 mm hebben
- als buizen of kokers één of meer scherpe deuken of scheurvorming hebben, ongeacht
lengte/diepte en locatie van de deuk(en)/scheur.
Bewegende delen, o.a. wielen, moeten schoon en goedlopend zijn.
Reparatie van steigermateriaal dient altijd te geschieden in overleg met de fabrikant.
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave