Inbedrijfname
Beschrijving
1 Kies de meetmodus "Pressure" via de parameter "Measuring Mode".
Menupad: Setup → Measuring mode
WAARSCHUWING
L
Veranderen van de meetmodus beïnvloedt het bereik (URV)
Deze situatie kan productoverstroming tot gevolg hebben.
‣
Indien de meetmodus wordt veranderd, moet de instelling voor het bereik (URV) worden gecontroleerd in het
"Setup"-bedieningsmenu en indien nodig worden bijgesteld.
2 Kies een drukeenheid via de parameter "Press. eng. unit", hier bijvoorbeeld "mbar".
Menupad: Setup → Press. eng. unit
3 Kies de parameter "Set LRV".
Menupad: Setup → Set LRV
Voer de waarde voor de parameter "Set LRV" in (hier 0 mbar) en bevestig dit. Deze drukwaarde is toegekend aan de
aanvangsstroomwaarde (4 mA).
4 Kies de parameter "Set URV".
Menupad: Setup → Set URV
Voer de waarde voor de parameter "Set URV" in (hier 300 mbar (4,5 psi)), en bevestig dit. Deze drukwaarde is
toegekend aan de eindstroomwaarde (20 mA).
5 Resultaat:
Het meetbereik is geconfigureerd voor 0 ... +300 mbar (0 ... 4,5 psi).
8.2.2
Kalibratie met referentiedruk (natte kalibratie)
Voorbeeld:
In dit voorbeeld wordt een instrument met een 400 mbar (6 psi) sensormodule
geconfigureerd voor het 0 ... +300 mbar (0 ... 4,5 psi) meetbereik, dus de 4 mA-waarde en de
20 mA-waarde worden toegekend aan respectievelijk 0 mbar en 300 mbar (4,5 psi).
Voorwaarde:
De drukwaarden 0 mbar en 300 mbar (4,5 psi) kunnen worden gespecificeerd. Het instrument
is bijvoorbeeld al geïnstalleerd.
28
Deltabar M PMD55 HART
Endress+Hauser