Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie - GE DM5E Series Handleiding

Kwx
Inhoudsopgave

Advertenties

DM5E Family
Lock out menu:
Om in het lock out menu te komen moet het toestel in meetmode
staan. Dan tegelijkertijd de pijltjes toetsen links en rechts indrukken.
De DM5E vraagt nu een paswoord. Standaard is dit paswoord DM5E.
Met de pijltjes toetsen kunt u door de cijfers en letters lopen. Een
cijfer of letter selecteren doet u door op de CAL/ON toets te drukken.
Eenmaal het paswoord volledig gevormd is, drukt u op de functie
toets DONE. Dan komt u in het lock out menu. Daar kunt u func-
ties uit de configuratie mode vergrendelen en ontgrendelen, de
kalibratiemogelijkheid selecteren en herinneringsfuncties activeren.
Na de nodige aanpassingen, kunt u naar de meetmode terugkeren
door op de MODE toets te drukken.
• Functies vergrendelen en ontgrendelen: Selecteer de functie
die u wenst te vergrendelen of ontgrendelen. Druk op de CAL/
ON toets en verander de functie met de pijltjes toetsen boven
en beneden. Bevestig uw veranderingen door nogmaals op
de CAL/ON toets te drukken. Probe Zero en Calibration Mode
(CAL/ZERO MODE): Keuze uit 1 puntkalibratie, 2 puntkalibratie
en AUTO kalibratie.
• Remind Time: Kalibratieherinnering wordt op het display
weergegeven nadat een vooraf gekozen ingestelde tijd van de
laatste kalibratie is verstreken.
• CAL Readings: Kalibratieherinnering wordt op het display
weergeven nadat de SEND functie een bepaald aantal keer is
gebruikt zoals vooraf ingesteld. Enkel mogelijk als remind time
de status OFF heeft.
• CAL Power On: Kalibratieherinnering wordt op het display
weergegeven elke keer als het toestel aangeschakeld wordt op
voorwaarde dat deze functie de status ON heeft.
Nadat deze instellingen succesvol zijn aangepast en/of ingesteld, is
een kalibratie van het toestel noodzakelijk om correcte meetresultaten
te verkrijgen.
Test- en Meetinstrumenten

4) KALIBRATIE

Kalibratie is nodig bij de volgende situaties:
• Bij verandering van testmateriaal.
• Bij verandering van temperatuur.
• Na verandering van taster.
• Na verandering of instelling van toestelinstellingen.
• Op bepaalde tijdstippen om te voldoen aan bepaalde
testprocedures.
Kalibratiemogelijkheden:
Selecteer in het lock out menu een kalibratiemogelijkheid. Druk
terwijl je in Meetmode staat op de CAL/ON toets om de kalibratie
te starten.
• 1 puntkalibratie/probe zero: Het toestel laat de keuze om ofwel
enkel een 0 puntbepaling te doen ofwel een 1 puntkalibratie.
Om enkel een 0 punt te zetten drukt u op de functie toets P0-
ONLY. Daarna wordt gevraagd de taster proper te maken en
op de CAL/ON toets of de functie toets ZERO te drukken. De
0 puntbepaling is voltooid. Voor de 1puntkalibratie drukt u op
nog 2x de CAL/ON toets. Het toestel vraagt de taster aan te
koppelen aan het teststuk (zie AUTO kalibratie).
• 2 puntskalibratie: Het toestel vraagt de taster respectievelijk
aan te koppelen op uw dunste referentiestuk en daarna de
dikte te verifiëren. Vervolgens om aan te koppelen aan het
dikste referentiestuk en ook hiervan de dikte te verifiëren. Het
toestel geeft de berekende geluidssnelheid op het display.
Eventueel kan deze nog aangepast worden. Druk tot slot op de
CAL/ON - toets om de kalibratie af te ronden.
• AUTO kalibratie: Het toestel vraagt de taster aan te koppelen
aan het teststuk en even later te ontkoppelen. Het toestel geeft
een dikte op het scherm en vraagt aan deze dikte correct in
te stellen. Druk de CAL/ON toets om de dikte te bevestigen.
Het toestel geeft nu de gevonden geluidssnelheid, eventueel
nog aan te passen. Druk CAL/ON toets om de kalibratie af te
ronden.
Nadat één van deze kalibratiemogelijkheden voltooid is, is het
toestel klaar om te meten.
6
Handleiding
Smart solutions

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave