12 Onderhoud, instandhouding, afvalverwerking
12.1 Reinigen
Gelieve het apparaat vóór de reiniging van de bedrijfsspanning te verbreken.
Gelieve geen agressieve reinigingsmiddelen (oplosmiddelen of dergelijke) te
gebruiken, maar enkel een met mild zeepsop bevochtigd doekje. Gelieve erop te
letten dat er geen vloeistof in het apparaat binnendringt en wrijf het met een droog,
zacht doekje na.
Losse monsterresten/poeder kunnen voorzichtig met een penseel of handstofzuiger
verwijderd worden.
Gemorst te wegen goed onmiddellijk verwijderen.
12.2 Onderhoud, instandhouding
Het apparaat mag uitsluitend door geschoolde en door de firma gemachtigde
servicetechnici geopend worden.
Vooraleer te openen, van het stroomnet verbreken.
12.3 Afvalverwerking
De afvalverwerking van verpakking en apparaat dient door de exploitant in
overeenstemming met het geldende nationale of regionale recht van de locatie van
de gebruiker doorgevoerd te worden.
30
RPB-N-BA-nl-0914