3. Betekenis van de decoder parameters
De werking van de decoder kan via zogenaamde CV's (Configuration
Variables) ingesteld worden. Eenmaal deze waarden ingesteld zijn blijven
ze in de decoder opgeslagen. In tabel 3.1 vind men een overzicht terug van
de verschillende variabelen die men kan instellen.
3.1. Het wissel adres (CV545-46, 548-49, 551-52, 554-55, 557-58, 560-61)
Door aan de decoder een bepaald adres te geven, weet hij op welk signaal
hij moet reageren. Deze decoder heeft twee groepen van adressen.
3.1.1. Adres voor de zes seinbeelden
Voor het sturen van de zes seinbeelden heeft men drie opeenvolgende
wissel adressen nodig volgens de sequentie 1-3, 5-7, 9-1, ..., 2037-2040.
Bij het gebruik van een Märklin® systeem is het aantal wissel beperkt tot
256. Een volledige overzicht van de adressen is te vinden in 'SD210Multi –
Adressen' tabel 1.1.
3.1.2. Adressen voor extra uitgangen
Elk van de extra uitgangen kan met aan of uit schakelen met één wissel
adres. Hierbij zal de uitgang aan gaan (en aan blijven) indien er op de rode
toets gedrukt wordt. Indien vervolgens op de groene toets gedrukt wordt
gaat de uitgang uit. Een volledige overzicht van de adressen is te vinden in
'SD210Multi – Adressen' tabel 1.2.
3.2. Uitgangsmatrix (CV545-CV550)
Door de waarden van de uitgangsmatrix (CV545-CV550) te veranderen is
het mogelijk om de seinbeelden aan wisseladres te koppelen.
Een voorbeeld van de standaard instellingen is te zien in tabel 1. Voor elke
uitgang (Bit 0 – Bit 4) kan men bepalen of deze wel (1) of niet (0) gaat
branden bij het ontvangen van een bepaald adres (CV545 is eerste adres,
rode knop, CV546 is eerste adres, groene knop, CV547 is tweede adres,
rode knop, ...). Bit 5 wordt gebruikt om aan te geven of een aangesloten
relais gesloten (1) of open (0) zal zijn bij het overeenkomstig seinbeeld.
Standaard Seinbeeld
Rood
Groen
Geel - Geel
Rood - Wit
Groen - Geel Horizontal 549 1
Groen - Geel Verticaal
Tabel 1: Uitgangsmatrix.
3.3. Decoderopties (CV551)
Met deze CV kan men de knippersnelheid instellen van constant branden
naar de verschillende knipperfrequenties. Met het 4de bit kan men naar
keuze instellen of het seinbeeld gedoofd is of de laatste stand aangeeft
wanneer de spanning wordt aangezet. Voor meer details zie Tabel 2.
CV
Bit 5
Bit 4
Relais Wit
545 0
0
546 1
0
547 1
0
548 1
1
0
550 1
0
Bit 3
Bit 2
Bit 1
Geel2 Geel1 Groen Rood
0
0
0
0
0
1
1
1
0
0
0
0
0
1
1
1
0
1
Bit 0
1
0
0
1
0
0