Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Veiligheidsbril dragen
Bij inbedrijfstelling, onderhoudswerkzaamheden en het
verhelpen van storingen een geschikte veiligheidsbril
dragen.
Beschermende handschoenen dragen
Draag bij inbedrijfstelling, onderhoudswerkzaamheden
en het verhelpen van storingen geschikte
veiligheidshandschoenen.
Voetbescherming dragen
Draag bij transport, inbedrijfstelling,
onderhoudswerkzaamheden en het verhelpen van
storingen geschikte veiligheidsschoenen.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• De bedrijfstemperatuur in het hoofdstuk technische bijlage
aanhouden.
• Controleer of de indicatie POWER (23) brandt. Is dit niet
het geval, controleer dan de netaansluiting en de stekker.
Het is mogelijk dat de zekeringen in de stekker en / of op
de hoofdprintplaat defect zijn.
Controleer de defecte zekeringen, ook de punten die
worden genoemd bij de foutmelding HIPS.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
Het apparaat werkt zonder of met een gereduceerde
koelcapaciteit:
• Controleer of de bedrijfsmodus Koeling is ingesteld.
• Controleer de luchtfilter(s) op vervuilingen. Luchtfilter(s)
indien nodig reinigen, resp. vervangen.
• Controleer de minimale afstanden t.o.v. wanden en
objecten. Zet het apparaat evt. verder in de ruimte.
• Controleer of de ruimte geopende ramen en / of deuren
heeft. Sluit ze indien nodig.
• Controleer de temperatuurinstellingen op het apparaat.
Verlaag de ingestelde temperatuur, als deze boven de
ruimtetemperatuur ligt.
• Controleer ook de punten die worden genoemd onder de
foutmelding HIPS.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
16
Condens lekt uit de ruimte-unit:
• Controleer het apparaat op lekkages.
De compressor start niet:
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging van de
compressor is geactiveerd. Scheid het apparaat van het
stroomnet en laat het ca. 10 minuten afkoelen voordat het
weer aansluit op het stroomnet.
• De compressor start evt. met 3 minuten vertraging, omdat
deze een interne beveiliging heeft tegen directe
herinschakeling.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten en het luchtfilter op vervuilingen.
Verwijder uitwendige vervuilingen.
• Controleer het apparaat uitwendig op vervuilingen (zie
hoofdstuk onderhoud). Laat een inwendig vervuild
apparaat reinigen door een gespecialiseerd bedrijf op het
gebied van koel- en koudetechniek of door Trotec.
• Wellicht heeft zich lucht verzameld in het water-
glycolmengsel in de hoger gelegen buiteneenheid. Gebruik
het ontluchtingsventiel (37) bij de buiteneenheid en
ontlucht zo het circuit volledig.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
airconditioner PT 4500 S / PT 6500 S / PT 15000 S / PT 23000 S
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
NL