RF-overbelasting
RF-overbelasting kan optreden bij de ingang van de in-line versterker of bij de ingang van de ontvanger. Overbelasting bij deze
punten tast het signaal aan.
Als er een RF-overbelastingsindicator op de in-line versterker zit, is de versterker mogelijk niet nodig, of kan hij naar verderop
langs het kabeltraject worden verplaatst, midden tussen de antenne en de ontvanger. De gainschakelaar heeft alleen invloed
op de uitgangsversterking en kan ingangsoverbelasting bij de versterker niet compenseren.
Als sprake is van een RFoverbelastingssignaal op de ontvanger, dient de versterking op de inline versterker te worden ver
minderd of deze naar verderop langs het kabeltraject te worden verplaatst zodat er meer kabel zit tussen de ontvanger en de
versterker. Let op: het overbelastingsniveau voor de versterker kan hoger zijn dan dat voor de ontvangersingang. Het kan
daarom niet worden gebruikt als indicatie of het signaal overbelasting zal veroorzaken bij de ontvanger op dat punt in het ka
beltraject.
Plaatsing
Sluit de antenne en de ontvanger (of het antenneverdeelsysteem) op elkaar aan, zoals weergegeven. De DC POWERLEDin
dicator brandt groen als de ontvanger is ingeschakeld.
•
Gebruik een Shure coaxiale antennekabel met lage verliezen (of een kabel van 50 ohm met lage verliezen).
•
Niet alleen de lengte, maar ook de kwaliteit van de kabel speelt een rol bij signaalverlies. Een kwalitatief mindere kabel
van 50 voet kan meer gain vereisen dan een hoogwaardige kabel van 100 voet.
•
Actieve antennes, zoals de UA874, bevatten een geïntegreerde versterker; voor deze antennes is mogelijk geen extra
versterking nodig.
Voorzichtig: Gebruik alleen antenneaccessoires van Shure om de beste werking te waarborgen. Gebruik geen splitters, com
biners of antennes die DC-massa leveren. Gebruik indien nodig een BNC-apparaat met DC-blokkering (compatibel met de RF-
band van de ontvanger).
Sluit de antenne aan op de connector met het label TO ANTENNA
Shure Incorporated
4/8