Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Huawei SmartLogger2000 Gebruikershandleiding pagina 225

Verberg thumbnails Zie ook voor SmartLogger2000:
Inhoudsopgave

Advertenties

SmartLogger2000
Gebruikershandleiding
Nr.
Symptoom
4
De
communicatie
voor optische
glasvezelnetw
erken mislukt.
5
De
apparaatstatus
wordt
weergegeven
als
losgekoppeld
op de
SmartLogger.
6
De
communicatie
met het EMI
mislukt.
Issue 05 (2020-03-30)
Mogelijke oorzaak
1. De optische glasvezeljumper zit los,
is losgekoppeld of omgekeerd
aangesloten.
2. De optische module zit los, is
losgekoppeld of onjuist geplaatst.
3. De optische ethernetpoort is defect.
1. De kabel tussen het apparaat en de
SmartLogger zit los of is
losgekoppeld.
2. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
3. De baudrate of het RS485-adres van
het apparaat wordt gewijzigd.
4. Het apparaat is vervangen.
5. Het apparaat is verwijderd en niet
opnieuw aangesloten.
1. De RS485-communicatiekabel tussen
het EMI en de SmartLogger is
verkeerd aangesloten, zit los of is
losgekoppeld.
2. Het EMI is niet ingeschakeld.
3. Het EMI en de SmartLogger
gebruiken verschillende
RS485-communicatieparameterinstell
ingen.
4. De EMI-parameters zijn niet correct
ingesteld.
Copyright © Huawei Technologies Co., Ltd.
9 Apparaatonderhoud
Suggestie
1. Controleer de optische
glasvezeljumper. Als de optische
glasvezeljumper loszit, is
losgekoppeld of omgekeerd
aangesloten, sluit deze dan correct en
stevig aan.
2. Controleer de aansluiting van de
optische module. Als de module niet
goed is aangesloten, plaatst u deze
opnieuw.
3. Controleer of de optische
poortindicator normaal knippert.
Neem contact op met de leverancier
of met de technische ondersteuning
van Huawei als de indicator niet
normaal werkt.
4. Neem contact op met de leverancier
of met de technische ondersteuning
van Huawei.
1. Controleer de kabel tussen het
apparaat en de SmartLogger. Als
deze loszit of is losgekoppeld, sluit
deze dan weer stevig aan.
2. Controleer de aansluiting van het
apparaat en schakel het in.
3. Controleer of de baudrate en het
RS485-adres van het apparaat correct
zijn ingesteld.
4. Als een apparaat wordt vervangen,
moet u de SmartLogger inschakelen
om het apparaat opnieuw te zoeken
of het apparaat handmatig toevoegen.
5. Als het apparaat van de SmartLogger
wordt verwijderd, moet u het uit de
apparaatbeheerinterface verwijderen.
1. Controleer de
RS485-communicatiekabel. Als deze
loszit of is losgekoppeld, sluit deze
dan correct en stevig aan.
2. Schakel het EMI in.
3. Controleer of de
RS485-communicatieparameters
correct zijn ingesteld op het EMI.
4. Meld u aan bij de WebUI en zorg
ervoor dat de EMI-parameters correct
zijn ingesteld.
215

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave