Deze weerstand zorgt voor voldoende helderheid.
Om de afzonderlijke draden van de lichtdioden correct aan de
klemaansluitingen te kunnen toewijzen, gebruikt u daarvoor de
onderstaande seinafbeeldingen. De aanduidingen naast de lichtdioden
van de seinen komen niet overeen met de daadwerkelijke kleur, maar
duiden de aansluiting op de lichtsein-decoder LS-DEC aan.
Als u de toewijzing van de afzonderlijke draden naar de lichtdioden niet
precies kent, kunt u de aansluitdraad bij wijze van test met de
klemmen RT1 of RT2 verbinden. Omdat de decoder na het inschakelen
allereerst alle seinen op rood schakelt, zijn deze uitgangen actief.
3-kleurig sein v/d Nederlandse Spoorwegen (NS) met
verlichte cijferbak:
GN
GE
RT1
RT2
Eerste sein
Stop
rond/rood/-
rond/rood/-
1
2
recht/groen/+
recht/groen/+
Rijden
Langz. rijden
2-kleurig sein v/d Nederlandse Spoorwegen (NS):
GN
RT1
Eerste sein
Stop
rond/rood/-
rond/rood/-
1
2
recht/groen/+
recht/groen/+
Rijden
Meer aansluitvoorbeelden vindt u op het Internet op onze website
(www.ldt-infocenter.com) in de rubriek „Aansluitvoorbeelden". Tevens
vindt
u
uitgebreide
informatie
LS-DEC-NS
op
onze
website
KOMPENDIUM".
Inleren van het decoderadres:
•
Voor het inleren van de decoderadressen moet stekkerbrug J3
aangebracht zijn.
•
Schakel de voedingsspanning voor de modelspoorbaan in.
•
Druk op programmeertoets S1.
•
Ten minste twee lichtdioden van een sein worden aan de linker
klemmenstrook (op deze zijde van de decoder bevindt zich de
programmeertoets
S1)
omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder zich in de leermodus
bevindt.
•
Druk nu op een van de vier toetsen uit een adresgroep, die u aan
de linker klemmenstrook van de decoder wilt toewijzen. U kunt
voor het
inleren van het decoderadres
schakelopdracht m.b.v. modelbaansoftware en een Personal
Computer geven.
GN1
GE1
GE2
GN2
Tweede sein
Stop
rond/rood/-
rond/rood/-
3
recht/groen/+
recht/groen/+
Rijden
Langz. rijden
GN1
GE2
Tweede sein
Stop
rond/rood/-
rond/rood/-
3
recht/groen/+
recht/groen/+
Rijden
over
de
lichtsein-decoder
onder
de
rubriek
automatisch
elke
1,5
ook een wissel-
Opmerking:
waarover ook de seinbeelden geschakeld kunnen worden, zijn in
groepen van vier samengesteld. De adressen 1 t/m 4 vormen de
eerste groep, de adressen 5 t/m 8 de tweede enz. Iedere decoder
LS-DEC kan per klemmenstrook naar eigen inzicht aan een groep
toegewezen worden. Op welke van de acht mogelijke toetsen (rood-
of groen) uit een groep u drukt voor het inleren, speelt hierbij geen
rol. De decoder slaat altijd de complete toetsengroep op.
•
Heeft de decoder het adres begrepen, dan reageert hij op de
toewijzing door de lichtdioden iets sneller te laten knipperen.
Aansluitend gaan zij weer knipperen in het langzamere tempo van
1,5 seconde.
Ingeval de decoder het adres niet wil inleren, kan dit eventueel
daaraan liggen, dat de beide aansluitingen voor de digitaalinformatie
(KL2) verwisseld zijn. Om dit te testen, schakelt u de baanspanning
uit, verwisseld u de aansluitingen aan KL2 en start u het inleren
opnieuw.
•
Druk opnieuw op de programmeertoets S1. Nu knipperen ten minste
twee lichtdioden van een sein aan de rechter klemmenstrook.
Programmeer ook hier een (andere) adresgroep, zoals hiervoor werd
beschreven.
•
Druk aansluitend voor de derde keer op programmeertoets S1, om
de programmeermodus te beëindigen. Alle seinen worden
automatisch op stop (rood) geschakeld.
Seinen schakelen:
4
In de aansluitvoorbeelden hiernaast, wordt ter verduidelijking de
weergave van een uit vier opeenvolgende adressen bestaande
adresgroep over 8 toetsen van een schakelbord gebruikt, waarmee
wissels of seinen kunnen worden geschakeld. Tussen het betreffende
toetsenpaar staan bij wijze van voorbeeld de adressen 1 t/m 4. De beide
toetsen rood en groen bij elk adres betreffen de wisselstanden rond en
recht resp. het bijbehorende seinbeeld, dat boven resp. onder de
toets staat. Het daadwerkelijke adresbereik hangt af van welke
adresgroep u bij de programmering hebt gekozen.
Gebruikt u een handregelaar LH100 van de fa. Lenz Elektronik, dan komt
rood overeen met de min- en groen overeen met de plustoets.
Staat bijvoorbeeld het eerste sein op rood, dan kunt u met het adres 1
en de toets groen het sein op rijden schakelen.
De met GN gekenmerkte lichtdiode toont dit bij het sein.
Daarbij kunt u zien, hoe het sein van stop (rood) op rijden (groen) over
langzaam rijden (geel) gesteld wordt, zoals dit gebruikelijk is bij de
Nederlandse Spoorwegen.
Gebruikt u seinen met een verlichte cijferbak, dan brandt deze altijd
4
gelijktijdig met de gele lichtdiode bij langzaam rijden.
Let op a.u.b.:
De lichtsein-decoder LS-DEC schakelt de seinbeelden niet eenvoudig
snel om, maar dimt de lichtdioden natuurgetrouw tussen aan en uit en
realiseert zelfs tussen de seinbeelden een korte donkerfase. Volgende
digitale opdrachten, die gedurende deze omschakeltijd van ca. 0,4 sec.
komen, kunnen niet door de decoder worden verwerkt. Laat daarom de
„DIGITAL-
omschakelopdrachten elkaar niet te snel opvolgen. Bovendien werkt het
natuurgetrouwer wanneer dit langzaam plaatsvindt.
Wanneer stekkerbrug J3 na het inleren van het decoderadres wordt
verwijderd, is het geheugen van de lichtsein-decoder LS-DEC
beschermd tegen wijzigingen.
seconden
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. © 05/2019 by LDT
De
decoderadressen
voor magneetartikelen,
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Bühler electronic GmbH
15370 Fredersdorf / Germany
Tel.: +49 (0) 33439 / 867-0
Internet: www.ldt-infocenter.com
Vertaling: © 07/2011 – Jaap Kramer
Märklin en Motorola zijn geregistreerde handelsmerken.
Made in Europe by
Ulmenstraße 43