Inhoudsopgave
Advertenties
beschadigd raakt.
4.
Plaats de roerstaaf in de melkkan.
5.
Als u het chocolade-inzetstuk hebt aangebracht, kunt u grotere stukjes chocolade in de kan toevoegen.
6.
Als u nog meer (fijngemalen) ingrediënten aan uw drankje wilt toevoegen, laat u het deksel open staan en houdt u de
ingrediënten paraat. Zo niet, sluit u het deksel.
7.
Sluit het apparaat aan op de stroom. Er volgt een geluidssignaal (piep) en alle programmaknoppen gaan knipperen. De
STOP-knop is voortdurend verlicht. Het apparaat is nu klaar voor gebruik (stand-bymodus).
WAARSCHUWING: De melkkan en het bovenste deel van de basis kunnen tijdens bedrijf heet worden. Raak alleen het
handvat en de hittevaste delen aan. Houd tijdens bedrijf gezicht, handen en overige lichaamsdelen weg van het apparaat.
8.
Druk op de knop voor het gewenste programma.
Koud melkschuim: Houd de opschuimknop 2 seconden ingedrukt om circa 2/3 schuim en 1/3 melk te maken. De knop
wordt blauw verlicht.
Warm melkschuim: Druk kort op de knop om 2/3 schuim en 1/3 melk te maken. De knop wordt rood verlicht.
Warme melk: Max 1/5 melkschuim.
Warme chocolademelk.
Let op: Tijdens bedrijf is alleen de STOP-knop actief. Als u een actief programma wilt stoppen, drukt u op STOP. Het apparaat
gaat direct terug naar stand-by. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
9.
Zodra de melk ronddraait, kunt u de fijngemalen ingrediënten (bv. suiker) toevoegen. Sluit het deksel van de melkkan. Als
de vooraf ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het apparaat automatisch naar stand-by en wordt een geluidssignaal
afgegeven. Uw melk/drankje is klaar voor consumptie.
Let op: Als het melkschuim klaar is (bv. voor cappuccino of latte), kunt u de warme melk uit de kan gieten terwijl het deksel
op de kan blijft. Op deze manier blijft het schuim aan de binnenkant. Vervolgens kunt u het deksel en de roerstaaf
wegnemen en het melkschuim met een plastic lepel uitscheppen.
10. Neem het deksel en de roerstaaf weg uit de melkkan. Leeg de kan.
11. Spoel de roerstaaf na gebruik altijd onmiddellijk af met koud water.
12. Het is belangrijk dat u het deksel, de melkkan en de roerstaaf na gebruik altijd onmiddellijk schoonmaakt. Als
melk/ingrediënten indrogen op de roerstaaf, kan dit de prestaties van het apparaat aanzienlijk verminderen.
13. Sluit de stroom af als het apparaat niet in gebruik is om energieverspilling te voorkomen. Trek de stekker eruit als u het
apparaat niet meer wilt gebruiken.
FOUTEN OPSPOREN
BELANGRIJK: Reparaties, aanpassingen van het apparaat en het wisselen van het stroomsnoer mogen alleen door bevoegde
professionals worden uitgevoerd. Onjuiste hantering van het apparaat kan leiden tot schade aan het product of letsel bij personen.
Zie hieronder bij bedrijfsproblemen:
Probleem
Oorzaak
Alle knoppen blijven
Het apparaat is niet
uitgeschakeld.
ingeschakeld.
Het apparaat
reageert niet.
Er is een ernstig
probleem
opgetreden.
He deksel sluit
De siliconensluitring
niet naar
zit niet goed
behoren.
en sluit daarom
niet volledig.
Het deksel valt
Het deksel is niet
eraf als met de kan
goed op de kan
wordt gegoten.
gedrukt.
De siliconensluitring
zit niet goed op
het deksel.
De siliconensluitring
ontbreekt
De STOP-knop
Het apparaat is
geactiveerd
knippert en er klinkt
een piepgeluid.
zonder vloeistof of
met te weinig
De
veiligheidsfunctie is
vloeistof.
geactiveerd.
De roerstaaf
ontbreekt
of is onjuist
aangebracht.
De melkkan is uit
de basis genomen
terwijl
het apparaat actief
Oplossing
Zorg ervoor dat het apparaat is aangesloten op een geschikt stopcontact.
Controleer of het stopcontact van stroom is voorzien door er een lamp op aan te
sluiten.
Sluit onmiddellijk de stroomtoevoer van het apparaat af. Neem contact op met een
bevoegd servicecentrum voor reparatie van het apparaat.
Het uitsteeksel op de siliconensluitring moet omhoog en naar buiten wijzen en moet
dusdanig worden geplaatst dat deze in de uitsparing aan de rand van het deksel
ligt.
Als het deksel naar behoren is gesloten, voorkomt de siliconensluitring dat het
deksel ervan af valt als met de kan wordt gegoten. Druk het deksel op de melkkan
om het naar behoren te sluiten.
Als de siliconensluitring verkeerd zit of in de verkeerde richting zit, kan het deksel
niet naar behoren worden gesloten. Het uitsteeksel op de siliconensluitring moet
omhoog en naar buiten wijzen en moet
dusdanig worden geplaatst dat deze in de uitsparing aan de rand van het deksel ligt.
Plaats de siliconensluitring aan de rand van het deksel (zie 'Reiniging en onderhoud').
Druk op STOP. Vul de melkkan met ten minste 300 ml koude vloeistof en probeer het
opnieuw.
Druk op STOP. Zorg ervoor dat de roerstaaf juist aangebracht is en dat de magneet
zich vrij in de spiraal kan bewegen. Plaats de roerstaaf in de melkkan en probeer het
opnieuw.
Druk op STOP om terug te gaan naar stand-by. Zet de melkkan terug op de basis.
Het apparaat is nu weer klaar voor gebruik.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
