PROFESSIONELE LADDERS
CONTROLE VOORAFGAAND GEBRUIK VAN DE LADDER
•
Wees steeds waakzaam. Beklim een ladder geconcentreerd en niet onder invloed van
alcohol, medicijnen of middelen die het reactievermogen kunnen beïnvloeden.
•
Zorg dat tijdens transport de ladder is ingeklapt en zorg dat de ladder ondersteund wordt
en vastgezet is.
•
Controleer na ontvangst en voor ieder gebruik alle onderdelen van de ladder op hun toestand en
werking en kijk of alle onderdelen (o.a. rubbervoeten en kapjes ) aanwezig zijn.
•
Inspecteer, iedere keer voor gebruik, de ladder op gebreken zoals vervorming en slijtage.
•
Ladders voor professioneel gebruik moeten periodiek gekeurd worden door een deskundige.
•
Verzeker uzelf, iedere keer, dat de ladder geschikt is voor het doel waar voor u het gaat gebruiken.
•
Gebruik nooit een beschadigde of gebroken ladder.
•
Houd de ladder zoveel mogelijk vrij van ongerechtigheden zoals natte verf, modder, sneeuw en olie.
PLAATSING VAN DE LADDER
•
Een ladder moet zodanig worden geplaatst dat de afstand van de voet van de ladder tot de muur
ongeveer gelijk is aan een kwart van de gebruikslengte van de ladder. De opstelhoek is dan +/- 75°,
of ingeval van dubbele of omvormbare ladder A-stand volledig geopend.
•
Plaats de ladder op een stevige, stabiele, horizontale en niet gladde ondergrond waarin de voeten van
de ladder niet kunnen wegzakken en/of wegglijden. Dus niet op tafels, kisten, kratten en andere
onstabiele ondergronden, zoals modderige bodem en los zand.
•
Plaats een ladder dusdanig dat deze met zijn vier punten voldoende steun heeft tegen een stevig
dragend vlak, dus nooit tegen een raam, tegen ronde of smalle zuilen of tegen hoeken, tenzij voor dat
doel aangepaste hulpmiddelen worden gebruikt. Overtuig u ervan dat de ladder voldoende stabiel staat
en/of eventueel geborgd is tegen wegglijden.
•
Het is nodig dat een opsteekladder rust op een vaste vlakke ondergrond en dat de ladder gestabiliseerd
is alvorens te gebruiken,bv. door een aangepaste Inrichting welke de stabiliteit garandeert. Een ladder
dient nooit verplaatst te worden vanaf een positie in de hoogte.
•
Neem extra voorzorgsmaatregelen wanneer de ladder voor een deuropening, openslaand raam of in
een passage e.d. moet worden opgesteld. Zorg er voor dat er geen mensen tegen de ladder aan, of er
onderdoor kunnen lopen.
•
Plaats een aluminium ladder nooit binnen een afstand van 2,5 m van niet geïsoleerde onder
spanning staande elektrische delen van laag spanningsinstallaties en -netten. Plaats een aluminium
ladder nooit nabij delen van hoogspanningsinstallaties.
•
Ladders moeten altijd rusten op hun voeten en niet op een sport.
•
Plaats een ladder altijd zo dicht mogelijk bij het werk.
•
Bij een 3-delige ladder wordt op het bovenste stuk een vergrendeling voorzien op de onderste sport.
Deze moet steeds gebruikt worden bij uitschuiven of bij A-stand van de ladder.
steigerdeals.nl