Inhoudsopgave
Advertenties
Zorg ervoor dat de uitwerppijp uit de buurt van het werkgebied en benedenwinds van de bediener en toeschouwers is
gericht.
Houd steeds uw evenwicht en houd uw voeten op dezelfde hoogte als de versnipperaar.
Reik NIET te ver.
NIET rennen in de buurt van de machine.
Voer alleen vers gesneden materiaal in de hakselaar.
Voer GEEN materiaal in dat bedekt is met grind, stenen of vuil, aangezien dit kan terugslaan, de bediener kan zich
verwonden en de machine kan beschadigd worden.
Snoei op een grootte die past bij de mogelijkheden van de versnipperaar.
Voorgesneden zijtakken
De takken zullen efficiënter "automatisch ingevoerd worden".
Houd de motor schoon van puin en andere ophopingen.
Dit voorkomt schade aan de motor of mogelijke brand.
Voer takken en twijgen eerst door het achterste uiteinde, op het einde komt dan het gebladerte.
Dit helpt om de twijgen naar de invoertrechter te leiden.
Het vermindert het ronddraaien en het terug uitwerpen van kleine stukjes in de invoertrechter.
Houd grotere takken tegen en voer voorzichtig in de versnipperaar, tot u vertrouwd bent met zijn capaciteit.
De motor zal vertragen of afslaan als de tak te groot is.
Voer langere stukken samen met korte stompjes in.
Zacht materiaal met tussenpozen invoeren met takken.
De houtsnippers hebben de neiging om alle zachte resten die in de versnipperaar achterblijven op te ruimen.
De versnipperaar kan verstopt raken door zacht, nat of vezelig materiaal.
Houd de afvoer vrij van verstoppingen.
Als er een verstopping optreedt, zet u de motor uit, koppelt u de bougiekabel los en wacht u tot de hakschijf stopt
met draaien. Open de uitwerppijp en verwijder materiaal tot de uitwerppijp vrij is.
Als het afvoermateriaal zich opstapelt.
Verplaats de versnipperaar om de uitwerppijp van de stapel weg te leiden, of verplaats het verwerkte materiaal
om verstopping te voorkomen.
Zet de motor af wanneer u het werkgebied verlaat.
NIET DOEN:
De versnipperaar in een afgesloten ruimte laten werken.
Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat giftig, kleurloos, reukloos en smaakloos is.
De versnipperaar bedienen in losse kleding en loshangend lang haar.
Hoger gaan staan dan de basis van de versnipperaar, wanneer u materiaal in de versnipperaar voert.
Oude materialen verwerken, zoals gedroogde houten takken.
Ze worden erg hard en verend als ze uitgedroogd zijn.
Ze zijn onhandiger te hanteren.
De messen worden veel sneller bot.
Korte, stompe stukken hout in de hakselaar invoeren.
Ze stuiteren en draaien in de invoertrechter.
Voer korte stompjes samen met langere stukken.
Takken die te groot zijn invoeren.
De versnipperaar kan gemakkelijk afslaan.
Aarde, zand, gruis, stenen, glas, stukken metaal of andere vreemde voorwerpen in de hakselaar doen.
Hierdoor wordt de scherpe rand van de snijmessen beschadigd en kan de bediener terugkaatsen en letsel
oplopen.
Wortelkluiten en dood hout in de hakselaar stoppen.
Dit maakt de messen snel bot.
De versnipperaar overbelasten.
Als de hakschijf langzamer gaat draaien, voer het materiaal dan langzamer in.
Verwerkt materiaal zich laten ophopen in het afvoergebied, aangezien dit kan gebeuren:
Voorkomt een goede afvoer.
Resulteert in terugslag van materiaal door de invoeropening.
Knoeien met de instellingen van de motorregeling op de hakselaar.
De regulator regelt het maximale veilige bedrijfstoerental en beschermt de motor en alle bewegende delen tegen
schade door te hoge snelheid.
De versnipperaar met botte messen laten werken.
Hansa C4 O&M Handleiding - OM-035 Revisie G 30/09/2022
© Hansa Hakselaars 2020
7
Advertenties
Inhoudsopgave
