Apps en functies
In- en uitzoomen
Spreid twee vingers op het scherm om in te zoomen en knijp samen om uit te zoomen.
• Z oomfuncties zijn alleen beschikbaar wanneer de camera aan de achterzijde wordt
gebruikt.
• D e 2x optische zoom werkt mogelijk niet in omgevingen met weinig licht.
De functies voor scherpstelling en belichting gebruiken
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in de standen Foto en PRO.
Camerastanden gebruiken
Als u de camerastand wilt wijzigen, sleept u de lijst met camerastanden naar links of rechts of veegt
u naar links of rechts op het voorbeeldscherm.
Selecteer de gewenste camerastand.
U kunt de lijst met camerastanden bewerken. Tik op het voorbeeldscherm op
Camerastanden → Bewerkstanden. U kunt ook de lijst met camerastanden op het
voorbeeldscherm blijven aanraken.
Fotostand
De camera past de opnameopties automatisch aan op basis van de omgeving zodat u eenvoudig
foto's kunt maken.
Tik op Foto in de lijst met camerastanden.
Als u een zelfportret wilt maken met de camera aan de voorzijde, veegt u in het voorbeeldscherm
omhoog of omlaag of tikt u op
om naar de camera aan de voorzijde te schakelen.
78
→