Plaats de machine op het te bewerken werk-
stuk. Draai de stelmoeren 11 en 13 omhoog of
omlaag zodat de diepteaanslag 10 vrij kan bewe-
gen.
Maak de handgreep 14 los en druk op de ont-
grendelingsknop 12. Beweeg de machine lang-
zaam omlaag tot de frees het werkstuk raakt en
de diepteaanslag op het geleidingsvlak ligt. Zet
de machine in deze positie vast door de hand-
greep 14 vast te draaien. Laat de ontgrendelings-
knop 12 weer los.
Lees de meetwaarde af op de schaalverdeling 15
en noteer deze (nulafstelling).
Freesdiepte instellen
Beweeg de diepteaanslag 10 met de ge-
wenste maat van de eerste freesdiepte door
rechtsom draaien naar boven (één slag = 1,5 mm
verplaatsing). Ter oriëntatie dient een inkeping
aan de voorzijde van de diepteaanslag.
Beweeg de bovenste stelmoer 11 door rechtsom
draaien omlaag.
De diepteaanslag 10 mag daarbij niet mee-
draaien.
Wanneer slechts één freesdiepte ge-
wenst is, dient u de onderste stelmoer
door linksom draaien helemaal naar bo-
ven te draaien zodat de diepteaanslag
niet meer kan worden bewogen.
Tweede freesdiepte instellen
Draai de diepteaanslag 10 met de aanvullende
maat van de tweede freesdiepte omhoog.
De bovenste stelmoer moet meedraaien.
Draai de onderste stelmoer 13 door linksom
draaien omhoog.
Maak de handgreep 14 los en breng de machine
weer omhoog.
De vooraf ingestelde freesdiepte kunt u kiezen
door op de ontgrendelingsknop 12 te drukken en
de diepteaanslag 10 omhoog of omlaag te schui-
ven.
Freesdiepte X1:
Druk op de ontgrendelingsknop 12 en schuif de
diepteaanslag 10 omlaag.
Freesdiepte X2:
Druk op de ontgrendelingsknop 12 en schuif de
diepteaanslag 10 omhoog.
De tot stand gekomen instelling van de frees-
diepte moet proefsgewijs worden gecontroleerd
en eventueel worden gecorrigeerd.
47 • 2 609 931 265 • TMS • 27.06.01
Aanwijzingen voor het gebruik
Freesrichting
Freesbewerking
Bij grote freesdiepten wordt aangera-
den een aantal opeenvolgende bewer-
kingsstappen met een kleine spaanaf-
name uit te voeren.
Stel de freesdiepte in zoals eerder beschreven.
Plaats de machine op het werkstuk en schakel in.
Maak de handgreep 14 los en duw de machine
langzaam naar beneden tot de diepteaanslag 10
aansluit. Draai de handgreep 14 vast. Verricht de
freeswerkzaamheden met een gelijkmatige voor-
waartse beweging.
Opmerking: Op de schaalverdeling 15 wordt al-
leen de invaldiepte van de freeskorf weergege-
ven (uitgaand van de beginstand bovenaan).
Ter controle van de ingestelde freesdiepte moet
daarom de weergegeven waarde worden afge-
trokken van de eerder afgelezen waarde (nulaf-
stelling, zie „Freesdiepte instellen").
Breng de machine na het einde van de freesbe-
werking naar boven en schakel deze uit.
Frezen met aanslaglijst
(zie afbeelding
Bevestig een geschikte aanslaglijst met een bij-
behorende spanvoorziening (lijmklem) aan het
werkstuk.
Beweeg de afgeplatte zijde van de glijplaat langs
de geleidingslijst.
Wanneer u het nuttige geleidingsvlak wilt verlen-
gen, kunt u de glijrail 20 gebruiken.
Monteer de glijrail 20 met de beide schroeven 18
op de voetplaat.
Nederlands - 4
Frees altijd tegen de
draairichting van de
frees (tegenlopend).
Wanneer u met de
draairichting
freest (gelijklopend)
kan de bovenfrees
uit uw hand worden
getrokken.
)
C
mee