Algemene stookaanwijzingen
Tijdens het stoken van biscuit (de eerste stook van de klei)
kunnen de werkstukken in, op en tegen elkaar worden
geplaatst. Dit betekent dat er grote hoeveelheden tegelijk
kunnen worden gebakken.
Bij glazuurbrand is dit niet mogelijk, de werkstukken kunnen
aan elkaar vastsmelten als zij elkaar raken.
LET OP:
Als het stavlak geglazuurd is, plaats dan uw voorwerpen op een triangel
(alleen bij aardewerk tot 1100 C.). Deze triangels voorkomen dat de
werkstukken aan de ovenplaat vastsmelten.
Bóven een temperatuur van 1100 C het stavlak goed schoonmaken en
geen triangels meer gebruiken. Boven deze temperatuur, begint de klei te
sinteren, en kunnen er vervormingen van uw werkstuk ontstaan.
Voor moeilijk te plaatsen werkstukken zijn er ook eenpuntangels en
driekantstaafjes in de handel.
Bij massieve werkstukken is het raadzaam deze zoveel
mogelijk uit te hollen, en de werkstukken langzaam en
regelmatig te laten drogen. Langzaam opstoken van het
kurkdroge werkstuk vermindert de kans op stukspringen.
Om de ovenplaten te beschermen tegen afdruipend glazuur
kunt u ze insmeren met een papje gemaakt van Kaolin en
Kwarts 50:50.
In onderstaande tabel vindt u enige handreikingen bij het
invoeren van een stookprogramma:
Type
Langzaam biscuit
Normaal biscuit
Glazuur 1060 C
Glazuur 1250 C
LET OP:
Voor een goed resultaat heeft langzaam opstoken altijd de voorkeur.
Opstoken
60 of 120 C
120 of 240 C/h
240 C/h
120 of 240 C/h
Gebruiksaanwijzing TC505 - 20/20
Appendix D
Eindtemperatuur
950 C
950 of 1020 C
1060 C
1250 C
Pendeltijd
0 minuten
0 minuten
20 minuten
10 minuten