6. Druk op de ALARM-knop om het alarm voor de momenteel geselecteerde HI/LO-waarschuwing te
activeren of te deactiveren.
7. Druk vervolgens op de ALERT knop gedurende ca. 2 seconden om terug te keren naar de norma-
le modus.
Het alarm uitzetten
8. Wanneer de waarschuwing wordt geactiveerd, drukt u op de ALARM/SNOOZE, ALARM of ALERT
knop om de waarschuwing te stoppen.
9. Als u het alarm negeert, stopt het na 2 minuten vanzelf.
16 Weertrend
Het weerstation berekent op basis van de gemeten waarden een weertrend voor de komende 12 uur.
1
1 Zonnig
3 Bewolkt
5 Sneeuw
17 Pijlindicatoren voor trendweergave
1
1 Stijgend
3 Dalend
De temperatuur- en vochtigheidstrendindicator geeft de ontwikkeling van de veranderingen in de ko-
mende minuten weer. Pijlen geven een stijgende, constante of dalende trend aan.
18 Barometrische / Atmosferische Druk
Atmosferische druk is de druk op een willekeurige plaats op aarde, veroorzaakt door het gewicht van
de luchtkolom erboven. Een atmosferische druk verwijst naar de gemiddelde druk en neemt geleidelijk
af naarmate de hoogte toeneemt. Meteorologen gebruiken barometers om de luchtdruk te meten.
Aangezien de variatie in luchtdruk sterk beïnvloed wordt door het weer, is het mogelijk om het weer te
voorspellen door de drukveranderingen te meten.
1. Wanneer de alarmtijd of -datum wordt weergegeven, drukt u op de BARO-knop om de barometri-
sche meting weer te geven.
2. Druk nogmaals op de BARO knop, om de eenheid te wijzigen tussen inHg / mmHg / hPa.
12 / 20
2
3
2
4
2 Gedeeltelijk bewolkt
4 Regen
3
2 Rustig
5