6 . .................................... TV/VCR/DVD/STB: sleeptimer.
7 . .................................... STB: *.
8 . .................................... STB: #.
6
. ............................... v oor extra functies. Indien ingedrukt
samen met een tweede toets, dan
krijgt die tweede toets een andere
functie. Alleen de functies die op
uw originele afstandsbediening
voorkomen, zijn beschikbaar.
7
. ...............................
s electeert kanaalnummers met een
of twee cijfers of kanaalnummers
met meer dan twee of drie cijfers.
8
5 . ................................. B ij TV: rode FastText-toets
STB: rood, C.
Bij VCR/DVD/STB: v ersneld achteruit
2 / GUIDE .............. Bij VCR/DVD: het afspelen starten.
DVD: s amen ingedrukt met
: hiermee selecteert u de
elektronische programmagids.
STB: h iermee selecteert u de
elektronische programmagids.
Samen ingedrukt met
hiermee start u het afspelen.
6 . ................................. Bij TV: blauwe FastText-toets.
STB: b lauw, B. Samen ingedrukt
met
vooruit.
Bij VCR/DVD: v ersneld vooruit
9 . ................................... B ij TV: groene FastText-toets.
Bij VCR/DVD: h et afspelen/opnemen
STB: g roen, D. Samen ingedrukt
met
afspelen.
0 / FAV . ..................... TV: witte fasttext-toets.
Bij VCR/DVD: o pnemen starten.
STB: f avorieten. Samen ingedrukt
met
opnemen.
10
NL
zoeken.
:
: hiermee zoekt u snel
zoeken.
beëindigen.
: hiermee stopt u het
Samen ingedrukt met
: favorieten.
: hiermee start u het
; . .................................... Bij TV: gele FastText-toets.
Bij VCR/DVD: h et afspelen/opnemen
STB: g eel, A. Samen ingedrukt met
afspelen.
3.2
De oorspronkelijke functie van een toets
herstellen
Als een verbeterde toets (zie hoofdstuk 2.2.2) nog steeds
niet werkt zoals verwacht, kunt u altijd de oorspronkelijke
functie van de toets herstellen.
1
H oud in de actieve
apparaatmodus de
cijfertoetsen
en
gelijktijdig 5 seconden
ingedrukt.
• D e afstandsbediening
bevindt zich nu in de instelmodus.
2
D ruk op de cijfertoetsen
,
en
, in die
volgorde.
• N a elke toetsdruk
knippert de
apparaatselectietoets
één keer.
3
D ruk twee keer op de toets
die u wilt resetten.
Bijv. de toets 22.
• N a elke toetsdruk
knippert de
apparaatselectietoets
één keer.
• D e apparaatselectietoets knippert nog een keer, om
te bevestigen dat de oorspronkelijke functie van de
toets is hersteld.
onderbreken.
: hiermee onderbreekt u het
5 sec.
2 x
NL
11