CERTIFICERINGEN
De serie VBHNxxxSJ voldoet aan de vereisten
van IEC61215, IEC61730-1, IEC61730-2 en
de CE-markering.
UITPAKKEN EN HANTEREN
•
Zorg dat de achterkant van een module
bij het uitpakken en hanteren niet wordt
geraakt door de stekker.
•
Bevestig na het uitpakken de kabels met
tape aan het frame om te voorkomen dat
de stekker de achterkant beschadigt (zie
onder).
•
Nadat u de kabels aan het frame hebt
bevestigd,
moet
u
de
stapelen om kabelschade te voorkomen.
•
Houd modules nooit vast bij de kabels of
de aansluitdoos. Houd ze altijd met beide
handen vast bij het frame.
BEDRADING
Algemeen
•
Alle
bedrading
moet
worden
conform
de
toepasselijke
voorschriften.
•
Alle
bedrading
moet
worden
door
een
gekwalificeerde,
professional.
•
De bedrading moet worden beschermd om
de persoonlijke veiligheid te waarborgen
en
om
schade
aan
de
voorkomen.
•
Alle
modules
die
in
aangesloten,
moeten
modelnummer en/of type zijn.
•
Sluit modules niet parallel aan zonder een
aansluitdoos te gebruiken.
•
Om het gevaar van een elektrische schok
te
voorkomen,
moet
aansluitingspunten
loskoppelen
modules
elektriciteit
genereren
elektrische belasting aansluiten.
•
Om het gevaar van een elektrische schok
envonken te voorkomen, moet u elke kabel
pas aansluiten nadat u hebt gecontroleerd
of de polariteit juist is.
•
Gebruik kabelbuizen op locaties waar de
bedrading
mogelijk
toegankelijk
kinderen of kleine dieren.
modules
niet
Bedrading van modules
•
Er
kunnen
modules uit
serie op elkaar worden aangesloten.
•
Er kunnen maximaal dertien (13) modules
uit de serie VBHNxxxSJ40 en de serie
VBHNxxxSJ46 in serie op elkaar worden
aangesloten.
•
Er kunnen maximaal twaalf (12) modules
uit de serie VBHNxxxSJ47 in serie op
elkaar worden aangesloten.
•
Modules
aangesloten
stroombegrenzing.
•
Wanneer u een PV-array installeert, moet
het
systeemontwerp
uitgevoerd
conform de elektrische specificaties van de
elektrische
modules,
zekeringen,
uitgevoerd
accu's en andere opslagapparaten worden
bevoegde
gekozen.
•
Deze modules zijn voorzien van in de
fabriek
deze modules onjuist op elkaar worden
bedrading
te
aangesloten, raken de omloopdiodes, kabel
of aansluitdoos mogelijk beschadigd.
serie
worden
Bedrading van arrays
van
hetzelfde
•
De term 'array' wordt gebruikt
montage
draagconstructie
bedrading te beschrijven.
•
Gebruik koperdraad dat bestand is tegen
u
geen
zonlicht en zodanig is geïsoleerd dat het
terwijl
ook
bestand
en
geen
mogelijke
systeem.
•
Raadpleeg de lokale voorschriften voor alle
vereisten.
Bedrading van aarding
•
De
gebruikte
is
voor
voldoen aan IEC61730-1.
•
Om het gevaar van een elektrische schok
of brand te voorkomen, moet de aarding
worden uitgevoerd door bevestiging aan het
frame van de module of array.
24 cellen/diode
24 cellen/diode
24 cellen/diode
VBHNxxxSJ25-serie
24 cellen/diode
24 cellen/diode
24 cellen/diode
24 cellen/diode
VBHNxxxSJ47-serie
Figuur 4: aantal cellen in serie per omloopdiode
maximaal
zeventien
(17)
de serie VBHNxxxSJ25 in
mogen
niet
parallel
worden
zonder
maximale
worden
uitgevoerd
zodat
de
juiste
omvormers,
onderbrekers,
laadcontrollers,
geïnstalleerde
omloopdiodes.
om de
van
diverse
modules
op
met
de
bijbehorende
is
tegen
de
maximaal
open-circuitspanning
van
aardingsconstructie
moet
4
22 cellen/diode
22 cellen/diode
22 cellen/diode
22 cellen/diode
VBHNxxxSJ40-serie
VBHNxxxSJ46-serie
Moduleaansluitingen
•
Op
de
modules
aanwezig
die
kan
aansluitruimte voor elektrische aansluitingen.
•
De
modules
zijn
stekkers als aansluitruimte. Gebruik deze
SMK-stekkers voor elektrische aansluitingen.
•
Als
er
twee
of
connectors beschikbaar zijn, moeten deze
zodanig worden geconfigureerd of ingedeeld
dat de ene de bijbehorende connector van
de andere niet accepteert, en omgekeerd,
als dit leidt tot een onjuiste aansluiting.
•
Stekkers tussen modules moeten worden
ingestoken totdat een klikgeluid hoorbaar is.
•
Oefen niet te veel druk uit op stekkers om
te vermijden dat ze loskomen.
•
Neem indien nodig contact op met uw
bevoegde Panasonic-vertegenwoordiger als
u
vragen
hebt
met
andere elektrische aansluitingen.
Als
Aansluitdoos en aansluitingspunten
•
Modules
die
zijn
aansluitdoos, hebben aansluitingspunten voor
zowel
een
positieve
polariteit, en bevatten tevens omloopdiodes.
•
een
Voor elke polariteit is er één speciaal
aansluitingspunt
(de
staan
gegraveerd
(zie Figuur 3).
Buizen
•
het
Voor
toepassingen
worden gebruikt, volgt u de toepasselijke
voorschriften
voor
kabels in buizen. De minimale diameter
van een kabelbuis is 4 mm
•
Controleer
of
alle
geïnstalleerd
om
kabels
tegen schade en te voorkomen dat er
vocht binnendringt.
DIODES
Omloopdiodes
is
een
aansluitdoos
worden
gebruikt
als
voorzien
van
SMK-
meer
afzonderlijke
betrekking
tot
de
voorzien
van
één
als
een
negatieve
polariteitsymbolen
in
de
aansluitdoos)
waarbij
kabelbuizen
buiteninstallatie
van
2
.
fittingen
correct
zijn
te
beschermen