Houd u bij het bedienen aan alle veiligheidsinstructies die worden vermeld in
hoofdstuk 2 van deze handleiding. Gebruik uitsluitend de opnamepunten
onder het voertuig die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding daarvan. Overschrijd
nooit het voor de krik gespecificeerde maximale hefvermogen en begeef uzelf niet onder het
opgekrikte voertuig zolang dit nog niet door aanvullende bokken wordt ondersteund.Niet-
naleving kan leiden tot dodelijk letsel of ernstige materiële schade!!!
4.4
Het heffen van lasten
Plaats de werkplaatskraan zo dat de haak zich boven de te hijsen last bevindt. Zorg ervoor
dat de werkplaatskraan stevig staat.
1. Sluit de terugslagklep door hem rechtsom te draaien.
Draai de stelschroef niet te ver door.
2. Controleer de positie van de werkplaatskraan, zet de te hijsen last vast met geschikte
hijsmiddelen
3. Zet de pomphendel op de cilinder en bedien deze in volle slagen, zorg ervoor dat de
last vrij kan bewegen.
4. Pomp de last omhoog tot aan de gewenste hoogte, waarbij u tijdens het pompen er
steeds op let dat voertuig en werkplaatskraan stabiel zijn.
Een onvoldoende stabiliteit en onjuiste plaatsing van de werkplaatskraan
kunnen leiden tot kantelen.
4.5
Het neerlaten van lasten
Laat de opgekrikte last altijd langzaam en gelijkmatig zakken. Voorkom dat de last met
schokken omlaag komt. Hierdoor worden de scharnierpunten en het hydraulisch systeem
ontzien en wordt de levensduur van de werkplaatskraan verlengd.
Vóór het laten dalen dient u te controleren of er zich gereedschappen of
personen onder de last bevinden. Deze kunnen worden bekneld, beschadigd
en verwond.
1. Draai de stelschroef langzaam en gelijkmatig linksom totdat de last begint te dalen.
Als u de stelschroef weer rechtsom draait, stopt het dalen. Door opsteken van de hefstang
kunt u de stelschroef makkelijker en preciezer draaien.
Hoe verder u het ventiel opent, hoe sneller de last daalt.
2. Wanneer de lading volledig is gedaald, kunt u de takel loslaten
Druk eventueel met de hand de hefarm (nooit het oplegvlak) iets omlaag om
de werkplaatskraan vrij te maken.
Wanneer de hefarm niet vanzelf tot aan het onderste punt zakt, kan de oorzaak hiervan lucht
in het hydraulisch circuit zijn. De werkplaatskraan moet in dat geval worden ontlucht zoals
omschreven onder 4.3. Wanneer dat het probleem niet verhelpt, moet u contact opnemen
met uw dealer.
Gebruiksaanwijzing werkplaatskraan
7
76000081