2
Als de unit op een nogal winderige plaats wordt opgesteld, dient
speciaal op het volgende te worden gelet.
Een harde wind van 5 m/s of meer tegen de luchtuitlaat van de
buitenunit kan kortsluiting (aanzuiging van afgevoerde lucht)
veroorzaken. Dit kan de volgende gevolgen hebben:
-
Slechtere bedrijfscapaciteit.
-
Vaak voorkomende afzetting van rijp tijdens het verwarmen.
-
Onderbreking van de werking door te hoge druk.
-
Wanneer er voortdurend een sterke wind op de voorkant van
de unit blaast, kan de ventilator heel snel gaan draaien totdat
hij defect raakt.
Zie de afbeeldingen voor installatie van deze unit op een plaats
waar u de windrichting kan voorzien.
3
Maak een waterafvoerkanaal rond de basis, zodat het afvalwater
wegloopt.
4
Als het water niet goed wordt afgevoerd van de unit, plaatst u de
unit op een fundering van betonblokken en dergelijke (de hoogte
van de fundering mag maximaal 150 mm bedragen).
5
Als u de unit op een raamwerk plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
aanbrengen om te voorkomen dat van onder af water kan
binnendringen.
6
Wanneer de unit wordt geïnstalleerd op een plaats die dikwijls
wordt blootgesteld aan sneeuw, moet de fundering zo hoog
mogelijk worden geplaatst.
7
Als u de unit op een frame installeert,
plaats dan een waterbestendige plaat
(lokaal te voorzien) (op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit) of
gebruik
een
afvoerkit
combinatietabel in
"Mogelijke opties" op
pagina
3) om druppelend afvoerwater te
voorkomen. (Zie afbeelding).
LET OP
Units kunnen niet aan het plafond worden gehangen of
op elkaar worden gestapeld.
Keuze van de installatieplaats in koude streken
VOORZICHTIG
Wanneer de buitenunit wordt gebruikt bij lage buiten-
temperaturen, moet u op de volgende punten letten.
Installeer de buitenunit met de aanzuigzijde naar de muur
gericht om blootstelling aan de wind te voorkomen.
Installeer de buitenunit nooit op een plaats waar de aanzuigzijde
rechtstreeks aan de wind wordt blootgesteld.
Installeer een geleideplaat op de luchtuitblaaszijde van de
buitenunit om blootstelling aan de wind te voorkomen.
In streken met zware sneeuwval is het heel belangrijk dat u een
installatieplaats selecteert waar de sneeuw de werking van de
unit niet kan beïnvloeden. Als zijdelingse sneeuwval mogelijk is,
moet u ervoor zorgen dat er geen sneeuw op de warmte-
wisselaarspiraal komt (voorzie indien nodig een zijdelingse
afdekking).
Montagehandleiding
4
(zie
de
Voorzie een grote overdekking.
Voorzie een verhoging.
Installeer de unit hoog genoeg van de
grond om te voorkomen dat ze onder de
sneeuw wordt bedolven.
Technische gegevens voor de koelleidingen
VOORZICHTIG
Leidingen en andere onderdelen onder druk moeten
voldoen aan de van de toepassing zijnde nationale en
internationale voorschriften en moeten geschikt zijn
voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur gedeoxi-
deerde, naadloze koperen buizen voor koelmiddel.
De installatie moet worden uitgevoerd door een
erkend koeltechnicus; de keuze van de materialen en
de installatie moet voldoen aan nationale en
internationale voorschriften. In Europa is de norm
EN378 van toepassing.
Informatie voor personen die instaan voor het
installeren van de leidingen:
Open
de
afsluitklep
geïnstalleerd en leeggepompt. (Wanneer u het
systeem probeert te gebruiken met gesloten klep kan
de compressor schade oplopen.)
Laat geen koelmiddel vrij. Verzamel het koelmiddel
volgens de voorschriften inzake het verzamelen en
opruimen van freon.
Technische gegevens voor de
koelleidingen
Maximaal toegestane leidinglengte
tussen buiten- en binnenunit
Minimaal vereiste leidinglengte tussen
buiten- en binnenunit
Maximaal toegestaan hoogteverschil
tussen buiten- en binnenunit
Extra vereist koelmiddel voor koelleiding
van meer dan 10 m lang
Gasleiding - buitendiameter
Vloeistofleiding - buitendiameter
Installatie bij een muur of hindernis
Volg de onderstaande installatierichtlijnen op wanneer een muur
of een andere hindernis voor de luchtinlaat of luchtuitblaas van
de buitenunit staat.
Voor alle onderstaande installatiepatronen moet de muurhoogte
aan de uitblaaszijde 1200 mm of minder zijn.
Muur aan één kant (eenheid: mm)
>100
Muur aan twee kanten (eenheid: mm)
>100
>50
nadat
de
leidingen
30 m
3 m
20 m
20 g/m
15,9 mm (5/8")
6,4 mm (1/4")
>350
>350
>50
ERHQ006~008BAV3 + ERLQ006~008BAV3
Buitenunit voor lucht-water-warmtepomp
4PW54246-1A
zijn