Wat gedaan als . . . ?
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing
wordt gemeld.
Storing
Het controlelampje
Afvoer knippert.
Het controlelampje
Toevoer knippert.
Het controlelampje
Dosering brandt.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle-
lampje Wassen.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle-
lampje Kreukbeveili-
ging/Einde.
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde.
38
Mogelijke oorzaak
De waterafvoer is ge-
stremd.
De watertoevoer is ge-
stremd.
Het zeefje in de toevoer-
slang is vuil.
Er werd tijdens het was-
sen te veel schuim ge-
vormd.
Het gaat om een defect. Start het programma nog
Na de programmastart heeft iemand de programma-
kiezer in een andere stand gedraaid. Draai de knop
weer in zijn oorspronkelijke stand.
Oplossing A
Maak filter en afvoerpomp
schoon als in de rubriek
"Wat gedaan als ...?", alinea
"De deur openen bij ver-
stopte afvoer en/of stroom-
onderbreking".
Kijk na of
– de waterkraan ver ge-
noeg openstaat.
– de toevoerslang geen
knik vertoont.
Maak het zeefje schoon.
Doseer bij de volgende was
minder wasmiddel. Let op
de doseertips op de was-
middelverpakking.
eens. Zo de foutmelding
weer opduikt, doe dan een
beroep op de Technische
Dienst.