ALGEMEEN
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld
voor huishoudelijk gebruik en niet voor
professionele doeleinden.
ONDERDELEN
1. Schenktuit
2. Voet met stroomvoorziening
3. Deksel
4. Ontgrendelknop voor het deksel
5. Handgreep
6. Waterpeilindicator
7. Aan-uitknop met indicatielampje
8. Netsnoer met stekker
VOORAFGAAND AAN HET EERSTE
GEBRUIK
Breng 3 keer een ketel water aan de kook
voordat u de waterkoker voor de eerste
keer gebruikt, om eventuele fabrieksresten
te verwijderen. Gooi dit water daarna
weg.
Gebruik azijn of een speciaal
ontkalkingsmiddel wanneer u de
waterkoker voor de eerste keer gebruikt.
GEBRUIK
1. Draai de schenktuit van u af.
2. Schuif de ontgrendelknop naar
achteren om het deksel te openen (4).
3. Vul de waterketel met de gewenste
hoeveelheid water (ten minste 0,5 liter en
maximaal 1,7 liter). Vul de waterkoker nooit
verder dan de »MAX« markering. Wanneer
u dit wel doet, kan er opspattend water
op de voet terechtkomen.
LET OP! Mors geen water op de voet.
4. Laat de ontgrendelknop los om het
deksel te sluiten.
5. Plaats de waterketel op de voet en sluit
de stekker aan op het stopcontact. Druk
de aan-uitschakelaar naar beneden. Het
indicatielampje gaat branden.
6. De waterkoker is nu ingeschakeld en het
water wordt verwarmd. Enkele seconden
nadat het water heeft gekookt, schakelt
de waterkoker automatisch uit. Het
indicatielampje gaat vervolgens uit.
7. Til de waterketel met behulp van de
handgreep van de voet en schenk het
water in.
LET OP! Pas op dat u niet in aanraking
komt met het hete water. Hierdoor kunt u
ernstige brandwonden oplopen.
8. Schakel de waterkoker op ieder
gewenst moment uit om het water alleen
op te warmen zonder het te laten koken.
9. Haal de stekker uit het stopcontact
wanneer u klaar bent met het gebruik van
de waterkoker.
DROOGKOOKBEVEILIGING
De waterkoker is uitgerust met een
droogkookbeveiliging. Deze beveiliging
schakelt de waterkoker uit wanneer deze
wordt gebruikt zonder of met te weinig
water. Laat de waterkoker minimaal 10
minuten afkoelen voordat u deze opnieuw
gebruikt.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Haal de stekker uit het stopcontact en
laat het apparaat afkoelen.
• Reinig de waterketel met een vochtige
doek. Dompel het apparaat nooit
onder in water. Plaats het apparaat
nooit in een vaatwasser. Zorg ervoor
dat de elektrische aansluitingen niet nat
worden.
• Wanneer de binnenkant van de
waterketel ernstig is verkleurd, kunt
u deze het beste reinigen met een
vochtige doek waarop een klein
beetje soda is aangebracht. Spoel de
waterketel na het reinigen grondig af.
- 7 -