11
ONDERHOUD AAN DE BRANDER
BIJLAGE A
BIJLAGE A
heeft een overzicht voor brander storingen. De brander kan
bereikt worden via de onderhoudstoegang.
De starter en thermokoppel kunnen bereikt worden via de
verbrandingskamer . Uitleg van de starter en thermokoppel is te zien in
Tabel 9.1
Afb. 9.9
en
#
Onderdeel
1
Starter
2
Thermokoppel
3
Vulpomp
4
Brandstofpomp
11�2�1
BRANDERS
De vlammen van de branders moeten visueel gecontroleerd worden. De
vlammen moeten in beide brandergoten gelijkwaardig zijn. Mocht dit
niet het geval zijn dan moet gecontroleerd of er decoratiemateriaal in de
brander is terechtgekomen.
11�2�2
STARTER
Voor het goed functioneren van de haard dient de starter gecontroleerd
te worden. De starter moet beide brandergoten starter en het gloeiende
deel moet gelijkwaardig over de branders verdeeld zijn. De omgeving van
de starter moet goed schoongehouden worden. Decoratiematerialen en
vuil kunnen de onsteking belemmeren. Bij inspectie van de starter dient
ook gecontroleerd te worden of er beschadigingen aan de onderdelen
zijn.
11�2�3
THERMOKOPPEL
De Element4 bio-ethanol haard heeft een thermokoppel die controleert
of er een vuur brand. Het is van belang dat deze schoon is zodat
de vlam goed de thermokoppel opwarmt. Zorg ervoor dat er geen
decoratiemateriaal tussen de vlam en thermokoppel ligt.
11�2�4
BRANDSTOFPOMP
De brandstofpomp pompt bio-ethanol van de tank naar beide
brandergoten. Er moet gecontroleerd of dit gelijkwaardig over beide
goten gebeurd. Tevens moet gecontroleerd worden dat er geen bio-
ethanol lekkage aanwezig in de brandstofleidingen.
I N S T A L L A T I E H A N D L E I D I N G |
Tabel 11.1
Hoofdstuk 11
3
2 2
1
2
Afb. 11.1
Starter en thermokoppel
4
Afb. 11.2
Vulpomp en brandstofpomp