BEDIENINGSINSTRUCTIES
BRANDMELDCENTRALE TYPE 8000X
OVERZICHT SIGNALERINGEN EN BEDIENINGEN
SLEUTELSCHAKELAAR
Indien de sleutelschakelaar zich in de verticale "Uit" stand bevindt is de centrale niet
Uit
bedienbaar, met uitzondering van:
-
-
Aan
-
Is de horizontale "Aan" stand ingeschakeld dan is de brandmeldcentrale volledig bedienbaar.
SIGNALERING BRAND / DOORMELDING
De rode optische signalering licht op wanneer de brandmeldcentrale een brandalarm
detecteert. Nadere informatie wordt weergegeven in het display en eventueel op de
uitleeseenheid voor de groepen.
De rode optische signalering "doormelding" licht op wanneer het relais, welke de doormelding
aanstuurt, actief is.
SIGNALERING VOORALARM / VERTRAGING
De rode optische signalering "vooralarm" licht op wanneer:
-
-
Een vooralarm wordt alleen op het display weergegeven. De doormelding en de overige relais
worden niet geactiveerd.
De gele optische signalering "Vertraging" licht op zolang de vertraging is ingeschakeld. Op de werking hiervan
wordt verder in dit hoofdstuk nader ingegaan.
SIGNALERING STORING / IN BEDRIJF / NOODBEDRIJF / ENERGIEVOORZIENING
De groene optische indicator "in bedrijf" licht op zolang de primaire en de secundaire energievoorziening
aanwezig zijn (primair 230V, secundair accu). In een normale bedrijfssituatie moet deze indicator oplichten.
De gele optische indicator "Noodbedrijf" licht op wanneer de microprocessor niet meer functioneert. De
brandmeldcentrale is niet meer bedienbaar en overige alarmen en storingen zijn niet meer uit te lezen.
De gele optische indicator "energievoorziening" licht op als de primaire of de secundaire energievoorziening niet
juist functioneert. In het display wordt nadere informatie omtrent de storing wordt weergegeven.
Blz 3
de druktoets "Volgende meldingen";
de druktoets "Zoemer uit";
de druktoets "reset centrale / LED test" voor een test van optische signaleringen.
één van de aangesloten automatische brandmelders een rook- en/of warmte-ontwikkeling
heeft waargenomen, welke niet groot genoeg is om een brandalarm te veroorzaken;
één van de groepen, opgenomen in een "twee-groeps afhankelijkheidsschakeling" een
brandalarm waarneemt.
De gele optische signalering "Storing" licht op wanneer het systeem een storing
waarneemt. Enkele voorbeelden zijn:
- noodbedrijf;
- storing energievoorziening;
- draadbreuk of kortsluiting in een ringlus of in een bewaakte aansturing (relais);
- aardsluiting.