Bedrijf met slang aan de condensaansluiting
Voor langdurig bedrijf of onbewaakte ontvochtiging, moet de
meegeleverde condensafvoerslang worden aangesloten op het
apparaat.
ü Een geschikte slang (diameter: 19 mm) ligt klaar.
ü Het apparaat is uitgeschakeld.
1. Verwijder het condensreservoir.
2. De veer volgens de afbeelding terugschuiven.
12
3. Controleer of de slang correct op de aansluiting zit. Deze
volgens de afbeelding op de apparaataansluiting
schroeven.
4. Het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir) leiden. Zorg dat de slang niet wordt
geknikt.
Verwijder de slang als het condens weer moet worden
opgevangen via het condensreservoir. Laat de slang voor het
opslaan drogen. De slang kan in elke willekeurige
bedrijfsmodus worden aangesloten voor permanent gebruik.
Automatisch ontdooien
Is de ruimtetemperatuur lager dan 11 °C, bevriest de verdamper
tijdens het ontvochtigen. Het apparaat zal dan een automatische
ontdooiing uitvoeren. De duur van het ontdooien kan variëren.
• Het apparaat tijdens het automatisch ontdooien niet
uitschakelen. De netstekker niet uit het stopcontact
trekken.
luchtontvochtiger TTK 175 S / TTK 355 S
NL