Deel 1 - Instellingen op afstand
Witbalans
De instellingen van Witbalans configureren.
• Voorkeurinstelling: vooraf geconfigureerde
instellingen voor de witbalans gebruiken.
- Auto: het systeem de witbalans automatisch
laten aanpassen. Het systeem schat de
belichtingsomstandigheden in en past de witbalans
automatisch aan.
- STRALEND - FLUORESCEREND KOUD: een
belichtingstype selecteren om de juiste witbalans
toe te passen.
• Handmatig: de witbalans handmatig aanpassen. De
verhogingswaarden voor rood en blauw aanpassen.
Hoe hoger de waarde, hoe hoger de intensiteit van de
betreffende kleur.
20
Belichting
De instellingen van Belichting configureren.
• Doelversterking: de doelversterking van de
belichtingscompensatie opgeven. De belichting
wordt automatisch gecompenseerd op basis van
de opgegeven doelversterking. Hoe sterker de
verhoging, hoe helderder de beelden.
• Plaatselijke belichting: Plaatselijke belichting
activeren. U gebruikt Plaatselijke belichting
voor beelden die te donker overkomen door de
achtergrondverlichting en voor beelden die te sterk
belichte delen bevatten. Bijvoorbeeld donkere
ingangen van parkeerplaatsen en pompstations
(Plaatselijke belichting compenseert het heldere
licht van koplampen van aankomende voertuigen
en maakt het mogelijk om nummerborden te
onderscheiden). Hoe hoger de waarde, hoe helderder
het beeld.
• Anti-flikkeren: als de verlichting in het gebied
waar de camera zich bevindt, gebruik maakt van
wisselspanning, geeft u de frequentie van de
verlichting op om het flikkeren van het licht te
minimaliseren. Het in overeenstemming brengen van
frequenties kan het flikkeren verminderen. (NTSC:
60Hz, PAL: 50Hz)