In werking stellen
6.1 In- en uitschakelen toestel
Het toestel kan op twee manieren worden in- of uitgeschakeld:
1. Softwarematig; er blijft spanning op het toestel staan, bij-
softwarematig uitschakelen worden alleen de ventilatoren
stil gezet.
2. De netsteker losnemen of aansluiten aan de elektrische in-
stallatie losnemen; bij uitschakelen d.m.v. losnemen netste-
ker wordt het toestel spanningsvrij gemaakt.
Inschakelen:
• Netvoeding; sluit de netsteker
dan wel de perilexsteker aan op
de elektrische installatie
• Softwarematig; druk tegelijk op
de toetsen "OK" en "+" om het
toestel softwarematig in te scha-
kelen
(Alleen mogelijk na softwarema-
tig uitzetten van het toestel)
Op het display geeft de eerste digit
de stand van de 3-standen schake-
laar weer.
Uitschakelen:
• Softwarematig; druk tegelijk op de
toetsen "OK" en "-" om het toestel
softwarematig uit te schakelen. Er
verschijnt de tekst OFF op het dis-
play.
• Netvoeding; neem de netsteker
dan wel de perilexsteker los van
de elektrische installatie, het toe-
stel is nu spanningsvrij.
LET OP!
Maak bij werkzaamheden in het toestel altijd eerst het toe-
stel spanningsvrij door het toestel softwarematig uit te zet-
ten en hierna de netsteker dan wel de perilexsteker los te
nemen.
14
>3s
>3s
5897-0
Renovent HR SWB 1e druk februari 2008
6.2 Instellen luchthoeveelheid
De luchthoeveelheden van de Renovent HR SWB voor stand
1 t/m 3 zijn af fabriek ingesteld op respectievelijk 100, 150 en
3
225 m
/h. De prestaties van de Renovent zijn afhankelijk van
de kwaliteit van het kanalensysteem, alsmede de weerstand
Belangrijk:
Stand 1: moet altijd lager zijn dan stand 2.
Stand 2: moet altijd lager zijn dan stand 3;
Stand 3: instelbaar tussen 50 en 300 m
Indien niet aan deze voorwaarden word voldaan wordt auto-
matisch de luchthoeveelheid van de bovenliggende stand aan-
gepast.
De luchthoeveelheden kunnen als volgt worden gewijzigd (als
voorbeeld wordt hier de luchthoeveelheid bij stand 3 gewijzigd
van 225 naar 200 m
3
/h):
1. Druk op toets "F" gedurende 3 se-
conden om het instelmenu te acti-
veren.
2. Kies met de toets "+" de gewens-
te parameter (U1 = stand 1, U2 =
stand 2, U3 = stand 3; U4, U5 en U8
zijn niet van toepassing).
3. Druk op toets "OK" gedurende 1 se-
conde om de geselecteerde parame-
terwaarde te bekijken.
4. Met de toetsen "+" of "-" kan men
de geselecteerde parameterwaarde
wijzigen.
Hoofdstuk 6
3
/h;
>3s