HANDLEIDING PT1500
1.3 Veiligheidsinrichtingen
NOODSTOPPEN
ELEKTRISCH BEVEILIGDE
OPRIJKLEP-
PEN/DRAAIHEKKEN EN
SCHUIFHEKKEN
EINDE BAAN BEGRENZING
DRAAIRICHTING
ELECTRISCHE OVERBELAS-
TING STUURSTROOM
MECHANISCHE BEGRENZING
VAN DAALSNELHEID
DALENDE BEWEGING
AFSCHERMING
OVERLAST
De beweging van het platform wordt gestopt en geblokkeerd.
Het platform kan niet in beweging worden gebracht of gehou-
den indien oprijklep en schuifhek niet geheel gesloten zijn.
Beveiliging d.m.v. bovenafslag en nood-bovenafslag door
mechanisch gedwongen eindschakelaars.
Mechanische begrenzing door het ontbreken van de tandheugel.
Onderste stopplaatsbegrenzing d.m.v. mechanisch gedwongen
eindschakelaar (onderafslag) en nood eindschakelaar.
D.m.v. een fasewachter wordt de juiste draairichting van de
motor gewaarborgd.
Tevens wordt de besturing van de bouwlift/personenlift
afgeschakeld bij het ontbreken van één of meerdere fasen.
Bij overbelasting stuurstroomcircuit wordt deze afgeschakeld.
Wordt de maximale daalsnelheid overschreden, dan treedt de
veiligheidsrem in werking, waardoor het platform tot stilstand
wordt gedwongen en in stilstand wordt gehouden. Bovendien
wordt de bediening na het in werking komen van de
veiligheidsrem door een schakelaar geblokkeerd.
Het platform zal bij het bereiken van 2 meter boven het
grondniveau gedurende 3 seconde stoppen, voordat het
platform zijn neergaande beweging kan voortzetten.
Bewegende delen en de mast zijn volgens geldende normen
afgeschermd.
Als optie kan een overlast voorziening worden gemonteerd die
bij over belading van het platform ervoor zorgt dat de lift niet
kan vertrekken
VERSION 1.6
Pagina 10 van 63