• De strips aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
• De kookplaat mag niet boven een oven zonder ventilator, een vaatwasser, een
wasmachine of een droogkast worden ingebouwd.
• Om een goede beluchting van de elektronica in de kookplaat te verzekeren moet onder de
kookplaat een luchtspleet van 20 mm worden voorzien.
• Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, mogen in deze lade geen ontvlambare
voorwerpen (bijv. spuitbussen) worden bewaard.
• Tussen het apparaat en een afzuigkap moet de door de fabrikant aangegeven
veiligheidsafstand worden in acht genomen. Bij gebrek aan gegevens moet deze afstand
minstens 760 mm bedragen.
• De aansluitkabel van de kookplaat mag na het inbouwen aan geen enkele mechanische
belasting, bijv. door een lade, onderhevig zijn.
• De snijvlakken van het werkblad dienen met een speciale lak, siliconenrubber of giethars
te worden verzegeld om opzwellen door vochtigheid te verhinderen. Zorg ervoor dat de
meegeleverde pakkingstrip zorgvuldig wordt opgeplakt.
• De kookplaat in geen geval met silicone vastkleven! Anders is het later niet meer
mogelijk de kookplaat weer te verwijderen zonder ze te vernielen.
Ventilatie
• De achterwand van de onderkast moet ter hoogte van de uitsparing in het werkblad open
zijn zodat de lucht kan circuleren.
• De voorste dwarslijst van het meubel moet worden verwijderd, zodat er onder het
werkblad over de hele breedte van het apparaat een opening is waar de lucht door kan.
• Eventuele dwarslijsten onder het werkblad moeten tenminste ter hoogte van de uitsparing
in het werkblad worden verwijderd.
• De afstand tussen de inductiekookplaat en de keukenmeubels of de ingebouwde
apparaten moet groot genoeg zijn zodat de inductie voldoende geventileerd wordt.
• Overmatige warmteontwikkeling langs onder, bijv. door een oven zonder
dwarsstroomventilator, moet worden vermeden.
• Als bij inbouwfornuizen de pyrolysefunctie wordt gebruikt, mag de inductiekookplaat niet
worden gebruikt.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
• De installatie en de aansluiting op het elektrisch net mogen enkel worden toevertrouwd aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
• Na de montage mag geen contact mogelijk zijn met onderdelen die bij het gebruik onder
spanning staan.
• Of de vereiste aansluitgegevens met die van het elektrisch net overeenstemmen, ziet u op
het typeplaatje.
• Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net kunnen
worden gescheiden. Staat deze open (niet aangesloten) moet de contactopening minstens
3 mm bedragen. Geschikte scheidingsinstallaties zijn beveiligingsschakelaars, zekeringen,
differntiële schakelaars en contactoren.
• De installatie moet door zekeringen beveiligd zijn. Elektrische kabels moeten door
inbouwelementen afgedekt zijn.
• Als het apparaat niet met een bereikbare stekker is uitgerust, moeten bij een vaste inbouw
in overeenstemming met de montageaanwijzingen andere onderbrekingsmiddelen worden
voorzien.
• De toevoerkabel moet zo worden gelegd dat hij niet met de hete onderdelen van de
kookplaat in aanraking komt.
17