6
MULTICOM PRO-XL MDX4600/COMPOSER PRO-XL MDX2600/AUTOCOM PRO-XL MDX1600 Gebruiksaanwijzing
2.1 Het expander/gate-gedeelte
(3)
(4)
(2)(5)
Afb. 2.2: Bedieningselementen van het expander/gate-gedeelte
(2) Met de TRIGGER-regelaar van het expander/gate-gedeelte bepaalt u de
niveaudrempel waaronder de ex pan sion begint, d.w.z. dat signalen onder
deze niveau drempel gedempt worden. Het instelbereik ligt tussen OFF
en +10 dB.
(3) Ligt een signaal onder de ingestelde waarde, dan brandt de rode LED
(expansion in werking). Ligt het signaalniveau boven de ingestelde waarde,
dan brandt de groene LED.
(4) Om de expander/gate optimaal aan het programmeer-materiaal aan te
passen, kan met de RELEASE-schakelaar tussen een korte of een lange
teruglooptijd worden gekozen. Percussief klankmateriaal met weinig of
geen galm wordt over het algemeen met een korte teruglooptijd behandelt
(schakelaar niet-ingedrukt), terwijl voor lang zaam weg stervende of sterk
vervaagde signalen bij voorkeur voor de lange teruglooptijd wordt gekozen
(schakelaar ingedrukt).
(5) Met de GATE-schakelaar kiest u voor de expander-functie (schakelaar niet-
ingedrukt) en de gate-functie (schakelaar wel ingedrukt). Met de gate-
functie kunt u signalen die beneden de instelwaarde liggen (bijv. ruis)
onderdrukken.
Toepassingstips
De bedoeling bij het gebruik van een expander is, de bruikbare dynamiek naar
onderen toe uit te breiden. Praktisch gezien komt het erop neer, zachte signalen
beter van de onvermijdelijke ruis te scheiden, door het niveau van de ruis
te verlagen.
Start bij de instelling van de expander. Draai de TRIGGER-regelaar uit de
OFF-stand met de wijzers van de klok mee, tot de LED's aangeven dat de
niveaureductie begint te werken. Bij voorkeur neemt u hiervoor muziek waar
pauzes en zachte passages in zitten. Zo kunt u beter bepalen, of bijvoorbeeld
het begin en einde van woorden door de expander worden afgekapt of te
sterk worden onderdrukt. Probeer evt. een andere release-tijd of zet de
niveaudrempel weer iets lager.
De gate werkt in principe op precies dezelfde wijze. Het wezenlijke verschil is dat
de niveaureductie sterker is dan bij de expander. Als het signaalniveau onder de
ingestelde drempel komt, wordt het signaal volledig stil gezet.
Klassiek wordt een gate toegepast om de signal en van meerdere microfoons bij
een meerspoenopname te scheiden. In het bijzonder bij de opname van drumsets
is een gate haast onontbeerlijk, bijv. wanneer het instrooien van bijv. de bekkens
in de microfoons van de tom-toms vermeden moet worden.
Maar maak in ieder geval zoveel mogelijk gebruik van de richtcharakteristiek van
de gebruikte microfoons om de kanaalscheiding te realiseren. Des te beter en
natuurlijker zal het resultaat zijn, wanneer u de zo verkregen instelling met de
gate perfectioneert.
De programma-afhankelijke IRC-schakeling zorgt ervoor dat het instellen van de
gate en de expander zeer prettig en verloopt. Experimenteer desondanks ook
hier met een andere release-tijd en verschillende Trigger-instellingen om een
optimaal resultaat te krijgen!
2.2 Het compressorgedeelte
(11)
(12) (14) (20)
(19)
(6)
(22)
(10) (18)
(21)
MDX4600
(7)
(9)
(11)
(14)
(17) (20)
(19)
(6)
(8) (12)
(10)
(13)
(15)
(16)
(22) (21)
(18)
MDX4600
(7)
(9)
(11)
(14)
(19)
(6) (10)
(8) (12)
(13)
(15)
(16) (18)
(25) (21)
MDX1600
Afb. 2.3: Bedieningselementen van de compressorgedeelten
(6) Met de THRESHOLD-regelaar stelt u het beginpunt van de compressor in het
bereik van -40 tot +20 dB in.
(7) De drie lichtdioden (alleen bij AUTOCOM PRO-XL en COMPOSER PRO-XL) laten
zien, of het ingangssignaal onder of boven het ingestelde beginpunt van de
compressor ligt. De middelste, gele LED markeert het IKA-"Soft Knee"-bereik
(bij geactiveerde IKA-regelcharakteristiek).
(8) Als de SC EXT-schakelaar actief is, wordt de verbinding tussen de
signaalingang en de regeleenheid voor de compressie onderbroken.
Tegelijk kan er nu een extern besturingssignaal via de SC RETURN-bus
aan de achterkant worden ingevoerd. De dynamiekbegrenzing van het
ingangssignaal is nu aan dit besturingssignaal onder-worpen. Op deze
manier kunt u bijv. het zwaartepunt voor de regelfunctie aan een bepaald
frequentiebereik toekennen, door een equalizer via de C SEND- und
SC RETURN-Buchsen in te zetten. Meer informatie over deze speciale
toepassingsvorm is in hoofdstuk 3 te vinden onder "Voorbeelden van
Sidechain-toepassingen". Ook deze functie zit alleen op de AUTOCOM PRO-XL
en de COMPOSER PRO-XL.
(9) Met de SC MON-schakelaar wordt er een verbinding tussen het Side
Chain-ingangssignaal en de audio-uitgang gelegd, waarbij het audio-
ingangssignaal tegelijk stil wordt geschakeld. Deze voorziening geeft de
mogelijkheid, het Side Chain-signaal vooraf te beluisteren, bijvoorbeeld in
verbinding met een geïnserte equalizer of een ander in het Side Chain-
ingangssignaal ingevoerd apparaat. De SC MONITOR-functie maakt het
zo bijv. eenvoudiger, de equalizer-filters op het besturingssignaal af
te stemmen.
◊
Wanneer u de SC MONITOR-schakelaar activeert, komt alleen het
Sidechain-signaal bij de uitgang aan! Deze toestand wordt door de
knipperende schake-laar-LED aangegeven.
(20)