nl
6
Installatie en elektrische aan-
sluiting
6.1
Personeelskwalificatie
6.2
Opstellingswijzen
6.3
Plichten van de gebruiker
16
•
Dicht de uiteinden van de aansluitkabels af tegen vocht.
•
Rol de aansluitkabels als een bundel op en bevestig ze in de pompput.
•
Neem de instructies met betrekking tot de max. opslagtemperatuur van de pompen en
signaalgever in acht.
•
Sla het schakeltoestel volgens de instructies van de fabrikant op.
•
Montage-/demontagewerkzaamheden: opgeleide vakman installatietechniek voor sani-
taire installaties
Bevestiging en opwaartse drukbeveiliging, aansluiting van kunststof buizen
•
Inbouw in de grond (ondergronds): opgeleide vakman op het gebied van weg- en water-
bouw en de aanleg van leidingen
Gat graven en voorbereiden, gat vullen, opdrijfzekering, aansluiting van kunststof bui-
zen.
•
Hefwerkzaamheden: opgeleide vakman voor de bediening van opvoerinrichtingen
Hijsmiddelen, bevestigingsmiddelen, bevestigingspunten
•
Elektrische werkzaamheden: opgeleide elektromonteur
Persoon met een geschikte vakopleiding, kennis en ervaring om de gevaren van elektri-
citeit te herkennen en te voorkomen.
•
Het personeel is over de plaatselijk geldende voorschriften inzake ongevallenpreventie
geïnstrueerd.
•
Het personeel heeft de inbouw- en bedieningsvoorschriften gelezen en begrepen.
•
Opstelling (bovengronds) in het gebouw
•
Inbouw in de grond (ondergronds) buiten het gebouw
•
Neem lokaal geldende voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid in acht.
•
Neem alle voorschriften voor werkzaamheden met zware lasten en onder gehesen lasten
in acht.
•
Stel beschermingsmiddelen ter beschikking. Zorg ervoor dat de beschermingsmiddelen
door het personeel worden gedragen.
•
Neem voor het bedrijf van afvalwatertechnische installaties de lokale voorschriften voor
afvalwatertechniek in acht.
•
De bouwkundige constructie en/of de fundamenten moeten voldoende sterk zijn voor
een veilige en functionele bevestiging. De eindgebruiker is verantwoordelijk voor het ter
beschikking stellen van een geschikte bouwkundige constructie!
•
Markeer het werkgebied.
•
Zorg ervoor dat er zich geen onbevoegde personen in het werkgebied bevinden.
•
Zorg voor een vrije toegang tot de plaats van opstelling.
•
Horizontaal en vlak montagevlak!
•
Voer de installatie uit conform de lokaal geldende voorschriften.
•
Zet de werkzaamheden stop als het door de weersomstandigheden (bijv. ijsvorming,
sterke wind) niet meer mogelijk is om veilig te werken.
•
Controleer de beschikbare tekeningen (installatieschema's, plaats van opstelling, toe-
voerverhoudingen) op volledigheid en juistheid.
•
De leidingen dienen volgens de tekeningen te worden aangelegd en voorbereid.
•
De netaansluiting is overstromingsbestendig.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-DrainLift WS 40/50 Basic • Ed.2023-07/06