Besteed tijdens installatie extra aandacht aan de volgende
punten en inspecteer na het voltooien van de installatie
Vink aan
na controle
Is de binnenunit stevig gemonteerd?
Als de apparaten loskomen, kunnen ze trillingen of lawaai
veroorzaken.
Is de gaslektest goed uitgevoerd?
Er kan onvoldoende gekoeld of verwarmd worden.
Is de unit volledig geïsoleerd en gecontroleerd op luchtlekken?
Er kan condenswater gaan druppen.
Stroomt de afvoer goed door?
Er kan condenswater gaan druppen.
Komt de voedingsspanning overeen met de spanning die op de
kenplaat staat?
Er kunnen storingen optreden of componenten kunnen
doorbranden.
Zijn de bedrading en de buizen goed aangelegd?
Er kunnen storingen optreden of componenten kunnen
doorbranden.
Is de unit goed geaard?
Gevaar op elektrische schrokken.
Voldoet de bedrading aan de specificaties?
Er kunnen storingen optreden of componenten kunnen
doorbranden.
Worden de luchtinlaat of de luchtuitlaat van de binnen-
of buitenunit niet geblokkeerd?
Er kan onvoldoende gekoeld of verwarmd worden.
Is de lengte van de koelleidingen en de lading van het
aanvullende koelmiddel genoteerd?
De lading van het koelmiddel in het systeem kan mogelijk niet
goed worden bepaald.
Dit om onduidelijkheid over toekomstig onderhoud en service
van de installatie te vermijden.
Zijn de luchtfilters goed bevestigd (bij installatie met leiding
achteraan)?
Onderhoud van de luchtfilters kan onmogelijk zijn.
Is de externe statische druk ingesteld?
Er kan onvoldoende gekoeld of verwarmd worden.
Opmerkingen voor de installateur
Lees deze handleiding zorgvuldig door om een correcte
installatie te waarborgen. Vergeet niet de klant te tonen hoe hij
of zij het systeem op de juiste manier kan bedienen door hem of
haar de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de binnenunit te
tonen.
Leg de klant uit welk systeem op locatie is geïnstalleerd. Zorg
ervoor de juiste installatiespecificaties in te vullen in het
hoofdstuk
"Wat
te
gebruiksaanwijzing.
Installatieplaats selecteren
1.
Selecteer een plaats voor de montage die aan de volgende
voorwaarden voldoet en die tevens de goedkeuring van uw klant
draagt.
•
Waar de lucht optimaal kan circuleren.
•
Waar doorgang van de lucht niet geblokkeerd wordt.
•
Waar condensatiewater gemakkelijk kan worden afgevoerd.
•
Waar het systeemplafond geen merkbare helling heeft.
•
Waar voldoende ruimte voor onderhoud en service kan
worden gewaarborgd.
•
Waar geen gevaar voor lekkage van ontvlambare gassen
bestaat.
•
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
waar ontploffingsgevaar is.
•
Waar het buizenwerk tussen de binnen- en buitenunits
binnen de voorgeschreven limiet blijft. (Raadpleeg de
montagehandleiding van de buitenunit.)
•
Dit is een klasse-A-product. In een woonomgeving kan dit
product radiostoringen veroorzaken. In een dergelijk geval
kan de gebruiker verplicht zijn om passende maatregelen te
nemen.
doen
voor
het
gebruik"
(Zie
afbeelding 1
•
Houd de binnenunit, buitenunit, voedingskabels en de
besturingsbedrading op tenminste 1 meter afstand van
televisietoestellen en radio's. Dit is om beeldstoring en
bijgeluiden in deze elektrische apparaten te voorkomen. (Een
afstand van 1 meter kan afhankelijk van de omstandigheden
waarbij de elektrische golf wordt geproduceerd, onvoldoende
zijn om storing te voorkomen.)
•
Wanneer
geïnstalleerd,
afstandsbediening en de binnenunit minder zijn als er
TL-lampen zijn die in de kamer elektrisch worden gestart. De
binnenunit moet zo ver mogelijk uit de buurt van TL-lampen
worden geïnstalleerd.
•
Plaats geen voorwerpen die gevoelig zijn voor vocht, direct
onder
omstandigheden kan condensvorming op de hoofdunit of de
koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfilter of een verstopte
afvoer waterlekkage veroorzaken, waardoor het betreffende
voorwerp vervuild of defect kan raken.
2.
Monteer een beveiligingsrooster voor de luchtaanzuiging en de
luchtuitlaat om te voorkomen dat iemand de ventilatorschoepen of de
warmtewisselaar zou aanraken.
De bescherming moet voldoen aan de Europese en nationale
voorschriften ter zake.
3.
Gebruik ophangbouten voor de montage. Controleer of het
plafond sterk genoeg is om het gewicht van de binnenunit te
kunnen dragen. Als er een risico is, verstevig dan het plafond
alvorens de unit te monteren.
1
Ruimte voor onderhoud
2
Afvoerleiding
3
Opening bedrading elektrische voeding
4
Opening transmissiebedrading
5
Onderhoudsaflaatuitlaat
6
Gasleiding
7
Vloeistofleiding
De installatie voorbereiden
1.
Verband tussen de plafondopening en de unit en de plaats van
de ophangbout.
Model
in
de
35+50
60+71
100~140
en 2)
1
Binnenunit
2
Leiding
3
Afmetingen plaats ophangbout (x4)
4
Afstand plaats ophangbout
Kies voor de installatie een van de onderstaande mogelijkheden.
Standaard achteraanzuiging (Zie
1
Plafondoppervlak
2
Plafondopening
3
Onderhoudstoegangspaneel (optioneel accessoire)
4
Luchtfilter
5
Luchtinlaatleiding
6
Opening leidingonderhoud
7
Verwisselbare plaat
Installatie met leiding achter en leidingonderhoudsopening
(Zie
afbeelding
Installatie met leiding achter, zonder
leidingonderhoudsopening (Zie
de
draadloze
afstandsbedieningskit
kan
de
afstand
tussen
de
binnen-
of
buitenunits.
(Zie afbeelding 5)
A (mm)
700
1000
1400
afbeelding
6b)
afbeelding
wordt
de
draadloze
Onder
bepaalde
B (mm)
738
1038
1438
6a)
6c)
2