• Als u de functie van een gedeelte van het scherm wilt
wijzigen, selecteert u het te wijzigen venster en kiest u
vervolgens een functie in de rechts weergegeven lijst.
• Sleep de pijlen naar een nieuwe locatie om te wijzigen
hoe de schermen worden gesplitst.
• Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in
de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert
u Overlays en selecteert u een optie.
• Als u een gedeelte van het SmartMode scherm aan een
voorinstelling wilt toewijzen, selecteert u Voorinstel. >
Voeg toe en selecteert u een voorinstelling in de lijst aan
de rechterkant.
De gegevensoverlays aanpassen
Hiermee kunt u de gegevens aanpassen die op het scherm
worden weergegeven.
1
Selecteer een optie op basis van het type scherm dat u
bekijkt:
• In een volledige schermweergave selecteert u Menu >
Wijzig overlays.
• In een combinatiescherm selecteert u Menu > Wijzig
combo > Overlays.
• In een SmartMode scherm selecteert u Menu > Wijzig
lay-out > Overlays.
TIP: Als u snel gegevens in een overlayvak wilt wijzigen,
houdt u het overlayvak ingedrukt.
2
Selecteer een item waarvan u de gegevens en de
gegevensbalk wilt aanpassen:
• Als u de getoonde gegevens in een overlayvak wilt
wijzigen, selecteert u het overlayvak en de nieuwe
gegevens die u wilt weergeven. Selecteer vervolgens
Terug.
• Als u de locatie en de lay-out van de gegevensoverlaybalk
wilt selecteren, selecteert u Gegevens en selecteert u een
optie.
• Als u tijdens het navigeren getoonde informatie wilt
aanpassen, selecteert u Navigatie en selecteert u een
optie.
• Als u andere gegevensbalken, zoals de mediabediening,
wilt inschakelen, selecteert u Bovenstang of Onderste
balk en selecteert u de benodigde opties.
3
Selecteer OK.
Gebruikershandleidingen openen op de kaartplotter
1
Selecteer Info > Gebruikershandleiding.
2
Selecteer een handleiding.
3
Selecteer Open.
De handleidingen downloaden
U kunt de nieuwste gebruikershandleiding en vertaalde versies
daarvan downloaden van de Garmin
1
Ga naar
global.yamaha-motor.com/outboards/products
/manuals/accessories/gauge/index.html.
2
Download de handleiding.
Basisbediening
Uw huidige positie als waypoint markeren
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Markeer.
Een via-punt maken in het echoloodscherm
1
Sleep het scherm of selecteer
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Nieuw Via-punt of
4
Bewerk zo nodig de via-puntgegevens.
4
website.
®
in een echoloodweergave.
.
Een via-punt op de kaart maken
1
Selecteer een locatie of object op een kaart.
2
Selecteer
.
Navigeren naar een punt op de kaart
WAARSCHUWING
Een magenta lijn op de kaartplotter is alleen bedoeld als
algemene routebegeleiding en om de juiste kanalen te
herkennen. Deze hoeft niet precies te worden gevolgd. Neem
altijd de navigatiekenmerken en omstandigheden op het water in
acht als u navigeert om te voorkomen dat u aan de grond loopt
of er gevaarlijke situaties optreden, hetgeen kan resulteren in
schade aan het vaartuig, persoonlijk letsel of overlijden.
1
Selecteer een locatie op de navigatie- of viskaart.
2
Selecteer indien nodig Navigeren naar.
3
Selecteer een optie:
• Als u rechtstreeks naar de locatie wilt navigeren,
selecteert u Ga naar of
• Als u een route naar de locatie wilt maken, inclusief
koerswijzigingen, selecteert u Route naar of
• Als u Auto Guidance wilt gebruikten, selecteert u Auto
Guidance of
.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
4
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft
een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
5
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
Gebruikersgegevens naar een geheugenkaart
kopiëren
U kunt gebruikersgegevens opslaan op een geheugenkaart om
deze naar andere toestellen over te zetten.
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf.
2
Selecteer Info > Gebruikersgegevens >
Gegevensoverdracht > Opslaan op kaart.
3
Selecteer indien nodig de geheugenkaart waar u de
gegevens naartoe wilt kopiëren.
4
Selecteer een optie:
• Als u een nieuw bestand wilt maken, selecteert u Voeg
nieuw bestand toe en voert u een naam in.
• Als u de informatie wilt toevoegen aan een bestaand
bestand, selecteert u het bestand in de lijst en selecteert u
Opslaan op kaart.
Sporen weergeven
1
Selecteer op een kaart Menu > Lagen >
Gebruikersgegevens > Sporen.
2
Selecteer de sporen die u wilt weergeven.
Een lijn achter uw boot op de kaart geeft uw route aan.
Het opslaginterval van het spoorlog configureren
U kunt de frequentie aangeven waarmee de sporen worden
geregistreerd. Het frequent vastleggen van spoorpunten is
nauwkeuriger maar hierdoor raakt het logboek met sporen wel
sneller vol. Het resolutie-interval wordt aanbevolen voor het
meest efficiënte gebruik van het geheugen.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen > Actieve
spooropties > Interval > Interval.
.
.
Snelstartgids