Let wanneer u uw machine leert gebruiken extra op de volgende belangrijke dingen:
De borstelplukken zitten goed vast in de houder
De brandstoftank is gevuld met de juiste brandstof.
Het carter van de motor is gevuld met olie.
Maak u vertrouwd met alle bedieningsorganen hun plaats en functie. Bedien ze voordat u de motor start.
1.
Borstelkop
2.
Borstelplukken
3.
Bovenste Stuurstang
4.
Onderste Stuurstang
5.
Dodemanshendel
6.
Gashendel
7.
Handvat van de trekstarter
8.
Sterknop stuurstang
9.
Oliepeilstok en oliedop
10.
Brandstoftank en -dop
11.
Vuilscherm
12.
Luchtfilter
13.
Draaistuk vergrendeling
14.
Spatlap
.