4 Inrichting voor de vochtbepaling instellen
Om de gegevenstransmissie te verzekeren dienen de communicatieparameters (bv.
transmissiesnelheid, bits en pariteit) van de vochtbepaler en de software voor
gegevenstransmissie met elkaar in overeenstemming te zijn.
4.1 Parameters van de interface
1. Het menu met de toets MENU opvragen, de
eerste MENUpunt "PRoGRM" verschijnt.
2. Met de navigatietoetsen
"CoM.SET" kiezen.
3. Met de toets ENTER bevestigen, de actueel
ingestelde poort verschijnt.
oUT.I = RS232,
oUT.2 = USB.
4. Met de navigatietoetsen
"oUT.2"kiezen.
5. Met de toets ENTER bevestigen, de actueel
ingestelde transmissiesnelheid verschijnt.
6. Met de navigatietoetsen
instelling kiezen.
7. Met de toets ENTER bevestigen, het volgende
interfaceparameter verschijnt.
Alle interfaceparameters achter elkaar instellen door
elke keer de stappen 6 en 7 te herhalen.
• Transmissiesnelheid
Keuzemogelijkheid van de instellingen:
Aanduidi
B.1200*
ng
Transmis
siesnelhe
1200 bps
id
• Pariteit
Keuzemogelijkheid van de instellingen:
Aanduidi
P.NoNE*
ng
Pariteit
geen pariteit, 8 bits
9
de menupunt
de menupunt
de gewenste
B.2400
B.4800
2400 bps
4800 bps
omgekeerde pariteit, 7 bits
B.9600
B.19.2k
9600 bps
19,2 kbps
P.oDD
eenvoudige pariteit, 7 bits
B.38.4k
38,4 kbps
P.EVEN
DBS-A02-IA-nl-1110