2.2 PRINCIPE VAN DE INSTALLATIE
2.2.1 POSITIE VAN DE INSTALLATIE
De AQUARIUS-meter is bij de montage gevoelig voor de positie. Voor een optimale
metrologische kwaliteit dient de meter bij voorkeur horizontaal (bovenkant van de totalisator
naar boven en horizontaal gericht) te worden geïnstalleerd.
Controleer of de waterstroom overeenkomt met de richting van de pijlen op de behuizing van
de meter.
2.2.2 PLAATS VAN DE INSTALLATIE
Het gemeten water dient zonder gasvorming te zijn. Het is van belang dat de AQUARIUS op
een laag punt van een leiding wordt geplaatst ter voorkoming van de vorming van
luchtbellen. De technische voorschriften voor de meting van water leggen geen gestrekte
lengte op stroomopwaarts of stroomafwaarts van de meter; de meter voldoet aan U0/D0
(volgens EN 14154/ISO 4064/OIML R49).
2.2.3 PLAATSING
De behuizing van de meter is voorzien van twee pijpen die elk een standaard schroefdraad
verbinding hebben. De pakkingen voor de afdichting tussen de meter en de koppelingen zijn
niet meegeleverd. Het maximale aandraaimoment van 30 mN mag niet worden overschrijden
(composiet versie).
2.2.4 AANSPRAKELIJKHEID
Indien de installatie niet wordt uitgevoerd volgens erkende technische voorschriften en indien
de hierboven beschreven handelingen niet in acht worden genomen, zal de garantiebepaling
niet van meer toepassing zijn.
Bij het toevoegen van stoffen aan water of de behandeling van de installatie dient de
installateur of gebruiker zich ervan verzekeren dat de eigenschappen van het drinkwater en
de materialen van de installatie waaronder de meter niet worden gewijzigd.
01/2016
Bij montage tegen een muur kan de meter echter, ofwel licht of
volledig, worden gekanteld. In dit geval is de metrologische
kwaliteit van de meter klasse R = 40.
fig.9
Nederlands
fig.10
fig.11
AQUARIUS DIV | 9