Displaycodes
Displaycode
Soort code Betekenis
De retourtemperatuursensor heeft een temperatuur
0 Y
2 8 5
gemeten die hoger is dan 95 °C.
De rookgassensor heeft een te hoge temperatuur ge-
1 C
2 1 0
meten en staat geopend.
De cv-waterdruk is te laag, lager dan 0,2 bar.
2 E
2 0 7
De aanvoertemperatuursensor meet geen tempera-
2 F
2 6 0
tuurstijging na een branderstart.
Het gemeten temperatuursverschil tussen de aan-
2 F
2 7 1
voer- en safetytemperatuursensor is te groot.
2 F
Starttest te vaak afgebroken.
3 3 8
De druksensor heeft onvoldoende cv-zijdige stro-
2 L
2 6 6
ming gemeten. Deze controle wordt elke 5 minuten
herhaald.
De druksensor meet geen waterstroming.
2 L
3 2 9
De gemeten temperatuur door de aanvoertempera-
2 P
2 1 2
tuursensor of de safetytemperatuursensor, stijgt te
snel.
2 U
De gemeten temperatuur door de aanvoertempera-
2 1 3
tuursensor of de retourtemperatuursensor, stijgt te
snel.
De pomp zit vast of draait in lucht.
2 Y
2 8 1
Het stuursignaal van de pomp ontbreekt.
2 Y
2 8 2
+
Het stuursignaal of de spanning van de ventilator is
3 A
2 6 4
tijdens bedrijf weggevallen.
Tabel 13 Displaycodes
Nefit TopLine HR, TopLine AquaPower HRC en TopLine AquaPower plus HRC • 6720641179 (2014/11)
Oplossing
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp.
• Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de retourtempera-
tuursensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de werking en de bekabeling van de rookgassensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer het cv-toestel op vervuiling.
Voer zo nodig onderhoud uit.
• Vul de cv-installatie bij tot 1,5 bar.
• Controleer het expansievat.
• Controleer de cv-installatie op lekkage.
• Controleer de bekabeling en de werking van de druksensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de aanvoertemperatuursensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de betreffende sensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de druksensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de druksensor.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de betreffende sensoren.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking en de bekabeling van de betreffende sensoren.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de werking van de pomp.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de werking en de bekabeling van de pomp.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
• Controleer de werking en de bekabeling van de ventilator.
• Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
11
39